Ondernemer toont nog weinig bereidheid tot investeren
21 september 2009 -
Hoewel de kabinetsplannen een positieve stimulans van het ondernemerschap voorstaan, ervaart de ondernemer dit niet als zodanig. Driekwart van ondernemend Nederland wacht dan ook de uitwerking van de plannen af. Dat blijkt uit onderzoek van de Kamer van Koophandel Nederland.
Om een beeld te krijgen van de fiscale maatregelen heeft de Kamer van Koophandel een vertaling gemaakt voor de ondernemer. De speerpunten zijn innovatie, vergroening en vereenvoudiging. Deze maatregelen kunnen nog veranderen na behandeling in de Tweede Kamer. De definitieve maatregelen zullen hoogstwaarschijnlijk ingaan op 1 januari 2010.. Een samenvatting van de fiscale maatregelen en ondernemersmaatregelen is hier te lezen.
Ondernemersvertrouwen
Een van de belangrijkste pijlers van de Nederlandse economie is het ondernemerschap. Om ondernemers optimaal te kunnen informeren en ondersteunen, bevraagt de Kamer van Koophandel periodiek het ondernemerspanel over zaken die ondernemers raken. Na Prinsjesdag is gevraagd naar de stemming onder een dwarsdoorsnede van de Nederlandse ondernemers. Het ondernemersvertrouwen is ook na de Miljoenennota grosso modo negatief, echter wel stabiel gebleven ten opzichte van vorig kwartaal (zie: www.kvk.nl/COEN).
Ondernemerspanel
Bijna driekwart van de bevraagde ondernemers weet iets van de kabinetsplannen die ondernemers raken, maar bijna iedereen wil eerst meer overzicht. Tweederde van de positief gestemden kon desgevraagd één concrete kabinetsmaatregel noemen waar ze last van kunnen krijgen, tegenover 75 procent die een maatregel noemt waar van men denkt te profiteren. Opvallende conclusie uit het onderzoek is, dat hoewel het kabinet met de maatregelen investeringen wil stimuleren, ondernemers geen intentie hebben dat ook daadwerkelijk te gaan doen. Over het algemeen blijken ondernemers bovendien ongerust te zijn over de verhoging van de AOW-leeftijd, over de maatregelen die de banken weer tot financieren moeten aansporen en maatregelen om de bouwsector weer vlot te trekken.