‘Verhoging arbeidsparticipatie ouderen levert vier miljard op’
17 september 2009 -
Het probleem van de financiering van de AOW wordt opgelost als het aantal werkende 55-plussers 50 procent meer is dan nu wordt verwacht. Dit levert vier miljard euro op, precies het bedrag dat minister Donner wil binnenhalen met de verhoging van de AOW-leeftijd. Dit blijkt uit cijfers van het CPB.
De CSO, waarin verenigd de Unie KBO, PCOB, NVOG en NOOM, willen dat het kabinet drie tot vijf jaar de tijd neemt om te zien of deze stijging van arbeidsparticipatie bereikt wordt. De AOW leeftijd gaat intussen niet omhoog. Om dit te bereiken is een maximale inzet van alle betrokken partijen vereist. Een bijzondere verantwoordelijkheid ligt bij de werkgevers. Van hen worden creatieve oplossingen en vernieuwend personeelbeleid verwacht. Van de overheid wordt gevraagd ondersteunende maatregelen te nemen. De ouderenorganisaties zullen meewerken aan een mentaliteitsverandering bij mensen van 55 jaar en ouder.
Voorbereiding
Wanneer na die drie tot vijf jaar blijkt dat dat lukt is verhoging van de AOW niet nodig. Wanneer ondanks krachtige inspanningen van alle partijen de beoogde verhoging van de arbeidsparticipatie van de leeftijdsgroep van 55 - 65 jaar niet is bereikt of niet bereikt kan worden, kan volgens de CSO pas sprake zijn van een verhoging van de AOW-leeftijd. Die eventuele verhoging van de AOW-leeftijd mag alleen ingevoerd worden wanneer aan een aantal voorwaarden is voldaan. Mensen moeten genoeg tijd - vijftien tot twintig jaar - krijgen om aan een nieuwe AOW-leeftijd te wennen en zich er op voor te bereiden. Wie nu ouder is dan 50 moet, door realistische overgangstermijnen, nauwelijks effecten van een verhoging ondervinden. Werknemers in zware beroepen kunnen door voldoende gewenningstijd, mogelijk op tijd van functie veranderen.