17 juni 2009 -
Nederland telt internationaal vergeleken veel ‘interne ondernemers’, ook wel ‘intrapreneurs’ genoemd, die nieuwe bedrijfsactiviteiten opzetten voor hun werkgever. Ongeveer één op de veertien werknemers in Nederland is intrapreneur, tegen gemiddeld ruim één op de twintig in een aantal andere ontwikkelde landen.
Dit resultaat is opvallend omdat Nederland juist laag scoort wat betreft extern ondernemerschap, dat wil zeggen het percentage van de bevolking dat actief probeert een eigen bedrijf op te richten. Een en ander blijkt uit het jaarlijks onderzoek van de Global Entrepreneurship Monitor (GEM). Elk jaar worden in elk deelnemend land circa 2.500 volwassen via een telefonisch onderzoek ondervraagd over ondernemerschap. In 2008 deden 43 landen mee aan de GEM, waarvan er tien ook deelnamen in het deelonderzoek naar ‘intern ondernemerschap’.
Weinig toe- en uittreding
In 2008 was in Nederland 5,2 procent van de volwassen bevolking (18-64 jaar) actief bezig met het oprichten van een eigen bedrijf of werkzaam als eigenaar-manager van een recent opgericht bedrijf. Naar internationale maatstaven is dit een laag percentage. Het gemiddelde in het OESO-gebied is 7,1 procent. Omdat ook de uitstroom uit zelfstandig ondernemerschap in Nederland relatief laag is, kent Nederland toch een groot aantal zelfstandige ondernemers. Mogelijk gaan degenen die in Nederland starten relatief goed voorbereid aan de slag. Een andere mogelijkheid is dat de lage toe- en uittreding een geringere mate van concurrentie weerspiegelen.
Bedrijfsbeëindiging
In Nederland gaf 1,6 procent van de volwassen bevolking medio 2008 aan in de afgelopen twaalf maanden gestopt te zijn met een eigen bedrijf. Dit betekent niet altijd dat het bedrijf ook ophield te bestaan, bij 37,5 procent van de stoppers bleef het bedrijf voortbestaan. De meest genoemde reden om te stoppen is dat het bedrijf niet winstgevend was. Andere relatief vaak genoemde redenen zijn dat men met pensioen is gegaan, dat er een kans voor een andere baan of bedrijf was of persoonlijke redenen. Iemand die al eerder een eigen bedrijf heeft gehad begint relatief vaak weer een eigen bedrijf. Ook vergroot eerdere ondernemerservaring de kans dat men een informele investeerder wordt.
Informele investeerders
Informele investeerders zijn van groot belang voor de financiering van ondernemerschap, in het bijzonder tijdens de oprichtingsfase. In Nederland is het aandeel informele investeerders al jarenlang laag. In 2008 ging het om 1,7 procent van de volwassen bevolking. Dit ligt net iets onder het EU-gemiddelde (2,5 procent) en is significant lager dan het OESO-gemiddelde (3,5 procent). Informele investeerders hebben vaak eerdere ondernemerschapservaring en dragen hierdoor meer bij dan alleen geld. Ze zijn vaak nauw betrokken in het bedrijf en geven advies op verschillende fronten.