Nederlands pensioenstelsel zwaar getroffen door recessie
10 juni 2009 -
Vergeleken met andere Europese landen wordt het Nederlandse pensioenstelsel zwaar getroffen door de economische crisis. Ons pensioenmodel op basis van gegarandeerde pensioenen, het Defined Benefit (DB) systeem, blijkt erg kwetsbaar en brengt daarmee de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven in gevaar.
Dit blijkt uit Aon Consulting’s ‘European Business Leaders Survey’ 2009. Het jaarlijkse onafhankelijke, kwalitatieve onderzoek van Aon onder topmanagers laat grote verschillen zien in de pensioenmodellen in Europa en de invloed van de financiële onrust hierop. Bedrijven in Nederland worden door het stelsel van gegarandeerde pensioenregelingen het hardst getroffen door de recessie. Bedrijven in Frankrijk, Oostenrijk en Spanje ervaren, vanwege de genereuze overheidspensioenen, de minste problemen. Bedrijven in Scandinavië, die geen gegarandeerde pensioenen kennen maar een vaste bijdrage (pensioenpremie) van de werkgever (het Defined Contribution (DC) systeem), komen er ook beter vanaf.
Gegarandeerd pensioen
Als een van de weinige Europese landen kent Nederland een gegarandeerde pensioenregeling, die voor het grootste deel (70-100 procent) voor rekening komt van de werkgever. "Als gevolg van de ontwikkelingen op de beurzen en de scherp gedaalde rente moeten werkgevers soms vele miljoenen euro’s bijstorten om tekorten aan te vullen," zegt Wim Hoek, Managing Director Aon Consulting in Nederland. "Hierdoor nemen de kosten fors toe. Bedrijven in landen met andere pensioenstelsels hebben nu een concurrentievoordeel."
Overheidspensioen brengt concurrentievoordeel
De negatieve gevolgen van de recessie op het Nederlandse pensioenstelsel, staan in schril contrast met andere Europese landen. De werknemersvoorzieningen drukken zwaar op de kostenbasis van een bedrijf, maar de mate waarin verschilt sterk per land en pensioenstelsel. In veel landen bouwen bedrijven op een andere manier pensioen op. Bijvoorbeeld via de staat. Een genereus staatspensioen betekent een geringe bijdrage van werkgevers aan de pensioenopbouw. Hoek: "Deze bedrijven staan er beter voor ten opzichte van ondernemingen in landen waar sprake is van een grote bijdrage van de werkgevers, zoals in Nederland. Dat lijkt een tegenstelling, want over het algemeen geldt dat beperkte overheidsbemoeienis de concurrentiepositie juist versterkt. De verstoring van de financiële markten zet deze vergelijking echter op zijn kop, in ieder geval voor dit moment."
Contrasten
Ook bedrijven uit Scandinavische landen, en dan met name Zweden en Denemarken, zijn met hun regelingen op basis van een vaste bijdrage van de werkgever in het voordeel. Hier hoeven werkgevers vooralsnog geen extra bijdrage aan de pensioenregeling te geven. De financiële onrust brengt de contrasten tussen Europese landen aan de oppervlakte. "Daar moet serieus naar worden gekeken," aldus Hoek. "Deze recessie geeft het startschot voor een discussie over de houdbaarheid van het Nederlands pensioensysteem." Bedrijven in Frankrijk, Oostenrijk en Spanje worden het minst getroffen. Zij kennen de meest genereuze overheidspensioenen, waardoor de bijdrage van de werkgever (zeer) beperkt is.
Het mag nu dan kennelijk tegenvallen, maar ik meen me te herinneren dat in goede tijden (die van overschot) de werkgevers daar garen bij spinnen door lagere afdrachten.
Kennelijk is het model nu minder gunstig voor de concurrentiepositie van bedrijven in Nederland. Macro economisch ligt het anders. Die stevige overheidspensioenen moeten toch ergens vandaan komen? Overheid moet meer lenen of meer belasting innen bij bedrijven en burgers.
Geheel terzijde. Het blijft raar dat Nederland niet overstapt op een pensioenopbouw via een verplichte spaarrekening voor elke werknemer / zelfstandige ipv opbouw bij een pensioenmaatschappij. Zeker met de huidige flexibiliteit van werk is het opbouwen van een eigen beschermde en voldoende renderende pot meer van deze tijd.
Remco
|
|
4
-
09
-
2009
|
10
:
42
uur
Hierbij een reactie op de vorige post van Marcel:
Momenteel hebben de pensioenfondsen in NL het zwaar door de enorme terugval van de aandelen en daarbij (minstens net zo belangrijk) de extreem lage rentestand. Hierdoor komen wel de sterke en zwakke punten van ons pensioenstelsel duidelijk naar boven.
Het eerste sterke punt dat naar boven komt is dat mensen hier nog altijd kunnen rekenen op een relatief veilig pensioen, hoe groot de vergrijzing ook zal worden. Tevens hebben we een gedeelte overheidspensioen (AOW) en een gedeelte gespaard pensioen met belastingvoordeel (pensioenfondsen), waardoor er zelfs voor de fondsen (lees bedrijven) nog geen volledig risico ontstaat.
2e grote voordeel is dat we zo'n enorm reserve hebben opgebouwd dat we deze klap redelijk kunnen opvangen (het kost de bedrijven momenteel wel veel geld, maar zodra de beurzen aantrekken kunnen deze zelfde bedrijven maximaal profiteren van de omhoog schietende dekkingsgraad van de fondsen).
Grootste nadeel is dat het altijd gaat om belegd vermogen, dat is dus afhankelijk van de beurs (oftewel, er wordt risicovol omgegaan met de oudedagvoorziening van anderen). Toch is dit nodig om voldoende te sparen én de inflatie te kunnen corrigeren. Als dit niet zou gebeuren zou er nooit genoeg gespaard kunnen worden om voldoende op te bouwen en tegelijkertijd de inflatie te corrigeren. Het grootste nadeel van ons systeem us echter het concurrentienadeel dat bedrijven hebben, omdat zij bij moeten dragen aan het pensioen ipv een volledig pensioen door de overheid. En tot slot wordt er veel geld uit de economie gehaald doordat dit gespaard moet worden.
Jouw genoemde oplossing om elke Nederlander zelf te laten sparen is volstrekt geen optie, omdat mensen die dan ouder worden dan de gemiddelde levensverwachting uiteindelijk allemaal failliet zullen gaan. Dit is met het huidige systeem van fondsen opgevangen, omdat de mensen die eerder overlijden dan de levensverwachting dat compenseren. Bij pensioenfondsen wordt namelijk rekening gehouden met een uitkering tot de gemiddelde levensverwachting. Uiteindelijk wordt dat dan dus allemaal gecompenseerd. Als mensen zelf moeten sparen zou dit volledig ontsporen omdat het geld van ''te vroeg'' overledenen dan uit de pensioenenmarkt zou stromen en degenen die ''te lang'' leven dus dat geld tekort komen. Wel is er in NL de 3e pijler, namelijk de mogelijkheid om zelf te sparen via levensverzekeringen en lijfrentes, dus je voorstel bestaat eigenlijk al, maar dan naast het pensioensysteem zoals hierboven genoemd.
Uiteindelijk zal Nederland toe moeten naar een systeem waarbij het risico gedeeld zal worden door de werkgevers en de werknemers. Hierbij doel ik op een defined contribution systeem waarbij wel een minimale uitbetaling is opgenomen. Dit wil zeggen dat er vast staat welke premie er betaald moet worden, maar dat de hoogte van het pensioen afhangt van de hoeveelheid rendement die gemaakt is met je pensioensafdracht. Hierdoor loopt de werknemer natuurlijk teveel risico, daardoor moet er wel een minimum uitkering zijn (oftewel een combinatie van defined benefit en defined contribution).
Marcel
|
|
4
-
09
-
2009
|
11
:
49
uur
@Remco
Dank voor je reactie.
Wellicht was mijn opmerking te kort door de bocht. Als basis zie ik als een eigen spaarvoorziening. Dus niet meer het gehop van pensioenmaatschappij naar pensioenmaatschappij dat veel geld, tijd en administratie kost als je van baan veranderd bent. De ontstane pensioenspaarbedrijven kunnen, net als nu, trachten meer rendement te behalen en tevens constructies bedenken om minimaal rendement te waarborgen en langlevenden te blijven betalen. Voor werkgevers is er geen of minder fluctuatie in hetgeen ze moeten storten. Pensioen(spaar)branche en/of overheid bouwen reserves voor de wat mindere tijden.
Elk systeem heeft uiteraard zijn voor en nadelen. Voordelen zijn er zeker voor werknemers (die met enig regelmaat van baan veranderen) en er zijn veel minder mensen nodig bij pensioenmaatschappijen om al die wijzigingen op wijzigingen maar weer steeds door te moeten voeren. Voordeel voor de pensioengerechtigden lijkt me.
Remco
|
|
4
-
09
-
2009
|
13
:
03
uur
@Marcel,
Leuk dat je weer de tijd genomen hebt om te reageren.
Momenteel ben ik onderzoek aan het doen naar de Europese pensioensystemen die momenteel gebruikt worden en dat is dan ook de reden dat ik vrij positief sta tegenover het Nederlandse stelsel. In eerste instantie had ik ongeveer dezelfde opvatting als jij, als er zoveel mensen moeten werken bij die pensioenmaatschappijen, dan zou er veel meer geld over moeten kunnen blijven voor gepensioneerden. Inmiddels ben ik gedeeltelijk teruggekomen op deze mening aangezien een groot aantal pensioenfondsen het wel voor elkaar krijgt om ondanks de crisis voldoende dekkingsgraad over te houden (zonder te stoppen met indexeren). Er zijn echter een aantal fondsen dat (net als de banken) teveel risico genomen hebben.
Vooral als je gaat vergelijken met andere landen dan lijkt Nederland qua pensioensuitkering een Walhalla. De Zuid-Europese landen kennen alleen het omslagstelsel (zoals wij AOW hebben), dus alle werkenden betalen daar voor de gepensioneerden. Die landen komen nu gigantisch in de problemen vanwege vergrijzing en daarbij een hogere inflatie dan de loonstijging. Een ander doorslagpunt is te vinden in de scandinavische landen, waar je van tevoren niet weet hoeveel pensioen je gaat krijgen (dat hangt af van de beleggingsresultaten van de pensioenmaatschappijen). Dus als de beleggingen het slecht doen raakt dit niet het bedrijfsleven, maar krijgen de gepensioneerden gewoon minder geld (uiteraard wel met een vastgesteld minimum). Dit kan dus betekenen dat je als gepensioneerde tijdens deze crisis tot 60% minder pensioen ontvangt.
Dan zijn er nog 2 voorbeelden, Ijsland dat werkt volgens het systeem van pensioensverzekering. Je betaalt daar voor je pensioen net als in de scandinavische landen, echter dit verlies verzeker je (verplicht) bij een bank/verzekering waardoor deze bij een vermindering van het pensioen het verschil moet vergoeden. Door de enorme terugval konden de banken (oa Icesave) dit niet betalen en ging het gehele systeem onderuit (met als uiteindelijk gevolg een faillisement voor Ijsland).
Tot slot zou ik de persoonlijke pensioensopbouw zoals in Griekenland en Turkije nog willen bespreken. Hier is het zo dat de mensen ongeveer 40% van hun laatste salaris krijgen van de overheid (omslagstelsel) en voor het overige deel moeten ze zelf zorgen, dus sparen bij banken ed. Dit heeft tot gevolg dat er veel verantwoordelijkheid komt te liggen op de eigen spaar en kosten beheersing. Dit blijkt in veel gevallen niet te lukken (mensen geven nou eenmaal graag het grootste deel van het binnengekomen geld uit) en hierdoor leeft ongeveer 40% van de gepensioneerde bevolking op kosten en verzorging van de eigen kinderen, omdat er verder niks meer is.
Al met al lijkt het Nederlandse systeem in mijn ogen nog zeker voor verbetering vatbaar, maar het feit dat de mensen die hun hele leven pensioen hebben opgebouwd gegarandeerd zijn van een vast pensioen is wel een onomstreden pluspunt dat ik persoonlijk niet graag zou zien verdwijnen. Toch zal er op de lange termijn wel voor een structurele oplossing gekozen moeten worden waarbij het pensioensrisico bij een beurscrash niet meer volledig bij het bedrijfsleven komt te liggen. Daarbij zou de 3e pijler van ons systeem veel belangrijker en groter moeten worden, het eigen opgebouwde gedeelte via levensloop, spaarloon, levensverzekering en lijfrente. Hier zou de overheid in moeten stimuleren om zodoende de kosten voor AOW (1e pijler) en kapitaaldekking (2e pijler) te kunnen blijven beheersen en het risico te verlagen.
B Reuling
|
|
4
-
09
-
2009
|
13
:
18
uur
De pensioenfondsen spinnen garen bij de verplichting ze te gebruiken. Als ze dan nóg niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen zal de overheid de burgers de vrijheid moeten geven dit zelf te doen óf garant moeten staan.
Mismanagement en crimineel gedrag dus.
In aandelen of vastgoed beleggen kan ik zelf ook. Het Pensioenfonds ontleent haar bestaansrecht aan een gegarandeerde uitkering.