18 mei 2009 -
Het aantal snelgroeiende bedrijven in Nederland is internationaal gezien vrij laag. Daarentegen is het aandeel ondernemers in de beroepsbevolking erg hoog in Nederland. Dit en meer blijkt uit een internationaal benchmark ondernemerschap uitgevoerd door EIM.
In deze benchmark werd Nederland vergeleken met België, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Japan.
Laag percentage snelgroeiende bedrijven
Snelgroeiende bedrijven zijn bedrijven die in drie jaar tijd een omzetgroei van meer dan 60 procent realiseren. Het percentage snelle groeiers in Nederland bedraagt in de periode 2003 tot en met 2006 16,4 procent. Vanuit internationaal perspectief gezien is dit percentage laag; van de benchmarklanden scoren alleen België en Japan lager. In de sector vervoer en diensten zitten over het algemeen de meeste snelle groeiers gevolgd door industrie, energie en bouw. In de sector handel en horeca komen relatief weinig snelle groeiers voor.
Meer ondernemers
Het aandeel ondernemers in de beroepsbevolking (de ondernemersquote) ligt relatief hoog in Nederland (op twaalf procent in 2007). Van de Europese benchmarklanden heeft alleen Italië, dat veel zeer kleine ondernemingen kent, een hogere ondernemersquote. Het verloop van de ondernemersquote in de periode 1972 tot en met 2002 in Nederland is U-vormig: tot halverwege de jaren tachtig daalde de ondernemersquote. Daarna is de aandacht en waardering voor ondernemerschap toegenomen, dat heeft zich vertaald in een stijgende ondernemersquote. Deze stijgende trend heeft zich vanaf 2002 voortgezet. De toename van waardering voor ondernemerschap is ook in andere landen waarneembaar.
Meer bedrijfsoprichtingen en bedrijfsopheffingen
Het jaarlijkse aantal oprichtingen (starters en nieuwe dochterbedrijven) neemt weer toe in Nederland. In de jaren 2001 tot en met 2003 liep het aantal oprichtingen nog terug. In 2004 was voor het eerst weer sprake van een stijgend aantal oprichtingen en vanaf 2004 groeide het aantal oprichtingen nog harder. In 2007 bestond 11,6 procent van de Nederlandse ondernemingen uit een opgericht bedrijf. In 2006 was dit percentage nog 10,5 procent. Nederland scoort daarmee wederom boven het gemiddelde. Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Finland kennen de hoogste oprichtingsquotes. Het aantal opheffingen (faillissementen en overige opheffingen) - gerelateerd aan het aantal bestaande bedrijven - is in Nederland in de periode 1995-2004 gestaag toegenomen en vanaf 2004 weer gestabiliseerd. In 2007 was echter een forse toename van het aantal opheffingen waar te nemen; van 57.600 in 2006 naar 62.500 in 2007.