26 maart 2009 -
Zelfstandige ondernemers hebben vaker een laag inkomen dan andere groepen in de Nederlandse economie. In 2006 had 12,4 procent van alle huishoudens met een zelfstandige ondernemer als hoofdkostwinner een inkomen onder de lage-inkomensgrens, terwijl het percentage voor heel Nederland op 9,3 procent lag.
Dit en meer blijkt uit de eerste editie van de 'Monitor Inkomens Ondernemers' van EIM. Het percentage zelfstandigen met een laag inkomen is nauwelijks afgenomen ten opzichte van 2005, terwijl landelijk wel sprake was van een afname. In conjuncturele dieptepunten als 1993 en 2003 liep het aandeel op tot zestien à zeventien procent. Het ligt dan ook in de lijn der verwachting dat het aandeel zelfstandigen met een laag inkomen in het huidige economische klimaat zal toenemen tot vergelijkbare hoogte of mogelijk zelfs hoger. Verder zijn veel zelfstandigen met een laag inkomen te vinden in de grote steden. Dit is deels te verklaren door de sterke concentratie van allochtone ondernemers in de grote steden, een groep met een relatief hoger risico op een laag inkomen. Maar ook in Groningen, Friesland en Drenthe is het aantal zelfstandigen met een laag inkomen relatief hoog.
Starters
Vooral onder alleenstaande zelfstandigen met of zonder kinderen is het percentage lage inkomens hoog, 1,5 tot 2 keer hoger dan gemiddeld. Ook onder eerste generatie westerse en niet-westerse allochtone ondernemers is het percentage relatief hoog: respectievelijk 21 en 27 procent. Onder startende ondernemers bedraagt het percentage lage inkomens 23 procent, en daarmee behoren zij ook tot de risicogroepen. Armoede onder zelfstandige ondernemers is verder geconcentreerd in de landbouw, horeca en detailhandel. De lage-inkomensgrenzen waren in 2006 op jaarbasis: alleenstaande 10.560 euro, paar zonder kind 14.520 euro, paar met één kind 17.640 euro en een eenoudergezin met één kind 14.040 euro.
Sociale positie
Een laag inkomen kan voor zelfstandigen grote gevolgen hebben voor het voortbestaan van de onderneming. De overlevingskansen van zelfstandigen die in een bepaald jaar met een laag inkomen worden geconfronteerd, zijn consequent lager dan die van ondernemers met een inkomen boven de lage-inkomensgrens. Een deel van de zelfstandigen met weinig inkomsten, kiest ervoor om te bezuinigen op noodzakelijk levensonderhoud om noodzakelijke investeringen in de onderneming te doen. Daarmee wordt de sociale positie in de maatschappij van deze zelfstandigen en hun gezinnen verzwakt. Ongeveer zes à zeven procent van de zelfstandigen heeft structureel te maken met meerdere jaren achtereen een laag inkomen.
En dan vraag je je toch af, waarom deze mensen, die vaak onder het sociaal minimum zitten, niet aangevuld worden tot het minimum. Uiteindelijk werken ze vaak hard, maar kunnen geen beroep doen op de sociale wetgeving als bijstand. Petje af voor deze mensen, die doorploeteren en doorgaan terwijl ze meer krijgen als ze ermee stoppen!