6 maart 2009 -
Bijna de helft van de werkgevers weet niet wie van de medewerkers goed of slecht presteert. Ook weet de helft niet welke talenten ze nodig hebben. Dat blijkt uit onderzoek. Leidinggevenden zouden meer verantwoordelijkheid moeten nemen voor het rendement van talent, vinden de onderzoekers.
Het onderzoek naar talentmanagement in Nederland is eind 2008 uitgevoerd door het trainings- en adviesbureau Vergouwen Overduin in samenwerking met de leerstoelgroep Strategisch Talent Management van de Nyenrode Business Universiteit onder toonaangevende ondernemingen in Nederland.
Overlevingsstrategie
Zolang talentvolle mensen kunnen blijven kiezen tussen werkgevers, zullen zij organisaties zoeken waar zij hun talenten kunnen benutten en ontwikkelen, zo denken de onderzoekers. Ondanks de economische recessie - die zorgt voor een (tijdelijk) overschot aan beschikbaar personeel - zullen organisaties er alles aan moeten doen om de kwaliteiten van de medewerkers die nodig zijn om te overleven op peil te houden. Bij 40 procent van de 160 respondenten, is echter niet bekend wie van het personeel boven of onder de maat presteert. Ook wordt bij 40 procent van de ondervraagde respondenten niet systematisch aandacht besteed aan de onderlinge prestatieverschillen op de werkvloer.
Talent blijft onontwikkeld
Uit het onderzoek valt verder op te maken dat bijna een derde van alle respondenten niet in staat is om getalenteerde mensen aan te trekken. De helft van de ondervraagde respondenten weet niet precies welke talenten ze nodig hebben en meer dan de helft zegt dat het opleidingsbudget niet gericht wordt besteed aan cruciale competenties van talentvolle medewerkers en managers op sleutelposities.
Talentmanagement
Uit het onderzoek blijkt daarnaast dat organisaties het nog lastig vinden om talentmanagement handen en voeten te geven. Initiator Boudewijn Overduin: "Ook het topmanagement vindt dat de ontwikkeling van talent in de toekomst beter moet worden opgepakt. De strategie van het bedrijf en de gewenste ontwikkeling van talenten moeten op zijn minst beter op elkaar worden afgestemd. Ook wil het management de kwaliteit van het aanwezige talent binnen hun organisatie beter kunnen beoordelen." Nyenrodehoogleraar Lidewey van der Sluis sluit zich aan bij haar mede-onderzoeker: "Opvallend is dat wanneer er in het onderzoek gevraagd wordt hoe talentmanagement strategisch en systematisch vorm te geven, HR-managers vinden dat de eerste verantwoordelijkheid hiervoor bij de directe leidinggevenden hoort te liggen, terwijl in de praktijk HR hier nog altijd voor verantwoordelijk wordt gesteld."