17 februari 2009 -
Bestuurders van multinationals willen weer de touwtjes in handen krijgen. Nu de economie in zwaar weer ligt, is driekwart van de multinationals voornemens om te centraliseren. De afgelopen jaren decentraliseerde juist de meerderheid van hen.
Roland Berger Strategy Consultants presenteerde maandag ruim tien jaar internationaal onderzoek naar de organisatie-inrichting van de staffuncties (IT, HR, Finance, etc.), in navolging van haar studies in 1999, 2003 en 2006. Aan het onderzoek naar de managementstructuur en reorganisatieplannen namen 57 hoofdkantoren van multinationals uit verschillende Europese landen deel. "Omdat we dit al sinds eind jaren 90 in kaart brengen, kunnen we heel duidelijk een correlatie zichtbaar maken tussen economische conjunctuur en de mate van centralisatie. Als het economisch goed gaat, laten bestuurders de touwtjes vieren, gaat het minder, dan worden de teugels weer stevig aangetrokken."
Slingerbeweging
"Deze slingerbeweging is wel verklaarbaar, maar ook opvallend groot," zegt Arnoud van der Slot, partner bij Roland Berger Nederland en verantwoordelijk voor het onderzoek. "Op zich is het goed dat bedrijven zo scherp reageren op bewegingen in de macro-economie en hier hun organisatie op aanpassen, maar de slingerbeweging is zodanig frequent dat het op zwabberen lijkt. Iets meer balans hierin zou de organisatiestabiliteit, motivatie van de medewerkers en slagkracht ten goede komen."
Driekwart van de onderzochte bedrijven verwacht dat hun firma in de komende jaren meer gecentraliseerd zal worden. Nu al is het percentage van de medewerkers dat zich op het hoofdkantoor bevindt aan het toenemen ten opzichte van 2005. Met deze ontwikkeling lijkt een einde gekomen aan een lange periode van decentralisatie van verantwoordelijkheden en staffuncties binnen multinationals. Van der Slot: "Omdat de taart overal wat kleiner wordt, is iedereen nu druk bezig met kostenmanagement. Onder andere door middel van centralisatie van verantwoordelijkheden en staffuncties hoopt men op overhead kosten te kunnen besparen."
Shared Service
In het verlengde hiervan ligt de toename van zogenaamde ‘Shared Service Centers’. Om efficiencyredenen wordt administratief en ondersteunend personeel van corporate functies daar steeds vaker in ondergebracht. Waar in 2005 nog 38 procent van de bedrijven een dergelijk Shared Service Center had, is dit drie jaar later al toegenomen tot circa 50 procent.
Minder outsourcing
Opmerkelijk is dat er hierdoor ook minder outsourcing plaats vindt. In 2005 besteedde meer dan de helft (55 procent) van de multinationals staffuncties uit. In 2008 was dat nog maar 44 procent, een daling van zeventien procent in drie jaar tijd. "De zwaargewichten die vanuit functioneel perspectief de RvB kan ondersteunen bij de besluitvorming en controle worden juist naar het hoofdkantoor getrokken en dichtbij het vuur gehouden," licht Van der Slot toe. Outsourcing van die functies ligt niet voor de hand en vindt dan ook minder plaats. Ook heeft de "insourcing" van externe medewerkers aan belang toegenomen, waardoor outsourcing is verminderd.
Ondernemerschap
De decentralisatie van de afgelopen jaren moest meer ondernemerschap op lagere niveaus stimuleren, in de hoop zo de groeidoelstellingen van firma’s te realiseren. Managers kregen naast een duidelijkere verantwoordelijkheid over het bedrijfsresultaat, ook meer vrijheden om het resultaat (positief) te beïnvloeden. Het centraliseren van support functies als IT, HR, accounting en inkoop, geeft bestuurders echter de mogelijkheid om directere sturing te geven en kan bovendien in forse kostenbesparingen resulteren.