16 februari 2009 -
Britse bankiers kropen vorige week publiekelijk door het stof om zich te verontschuldigen voor hun falen. Als we echter op recent onderzoek af mogen gaan, konden ze er helemaal niks aan doen. Onderzoekers van de Northwestern University beweren namelijk dat risico nemen in de genen zit.
Zij ontdekten de genen die de twee hormonen dopamine en serotonine helpen reguleren: een bevinding die op den duur kan helpen voorspellen of iemand al dan niet de neiging tot gokken en risico nemen heeft. Tijdens het onderzoek werd 65 vrijwilligers gevraagd uiteenlopende beursbeslissingen te nemen. Vervolgens werd speeksel afgenomen en hun DNA bestudeerd. De onderzoekers ontdekten dat de vrijwilligers die de meeste risico’s namen, vaker een bepaald dopamine- en een ander serotonineregulerend gen hadden. Degenen met een ‘lange’ versie van een gen dat gerelateerd is aan serotonine (dat impulsief gedrag regelt) namen veel minder risico dan degenen met de ‘korte’ versie. Datzelfde gold voor een dopamineregulerend gen. De onderzoekers stellen dat genen tot voor wel 30 procent verantwoordelijk kunnen zijn voor het nemen van risico’s; de rest hangt af van ervaring en opvoeding.
Gezond verstand
Ex-beurshandelaar John Coates, nu wetenschapper aan Cambridge legt uit: "Ons lichaam heeft een enorme invloed op onze beslissingen. Genen en hormonen beïnvloeden ons continu. Maar ze zijn niet de enige of zelfs belangrijkste factoren. Gezond verstand gaat altijd voor. We hebben immers geleerd onze impulsen te onderdrukken. Een crisis is dan ook niet te herleiden tot een paar mensen en hun genen alleen."
Testosteron
Het is niet de eerste keer dat er een verband gelegd wordt tussen genen en risico’s. Eerder al werd de schuld van de crisis gelegd bij de machocultuur van de financiële wereld en het feit dat excessieve risico’s daar aangemoedigd en beloond werden. Daarbij zou het lage aantal vrouwen aan de top zou een rol hebben gespeeld. Ook de maat van de ringvinger werd erbij gehaald: wetenschappers van Cambridge suggereerden dat beurshandelaren wiens ringvinger veel langer is dan hun wijsvinger het meest verdienen. Lange ringvingers zouden namelijk wijzen op blootstelling aan een hoge concentratie testosteron in de baarmoeder, waardoor een man ‘mannelijker’ wordt en bereid is meer risico te nemen. Ook onderzoek onder Harvardstudenten suggereerde dat er een verband is tussen veel testosteron en riskant gedrag. In 2006 toonden Amerikaanse onderzoekers aan dat macht hebben tot het nemen van grotere risico’s leidt.