29 september 2008 -
Het gaat slecht met de economie en meer en meer bedrijven snijden in het personeelsbestand. Toch stellen Amerikaanse managers dat ze juist nu alles op alles zetten om hun belangrijkste werknemers aan boord te houden, inclusief het uitdelen van bonussen en opleidingen.
Volgens onderzoek van Personnel Decisions International (PDI) heeft het ontwikkelen van sleutelfiguren binnen de onderneming topprioriteit voor een derde van de organisaties, gevolgd door het bieden van een concurrerend salaris en secundaire arbeidsvoorwaarden.
Concurrentievoordeel
"Het lijkt tegenstrijdig dat bedrijven juist nu zoveel moeite doen hun toppers aan boord te houden. Maar vooral in onzekere tijden levert goed en slim personeel net dat extra beetje concurrentievoordeel. Goede managers weten dat maar al te goed," verklaart Tommy Daniel, vice president van PDI. "Tegelijkertijd neemt de werkdruk toe en dat, in combinatie met zorgen over de toekomst, leidt ertoe dat veel werknemers uitkijken naar een nieuwe baan. Dat maakt het dubbel zo belangrijk om te investeren in personeelsbehoud."
Persoonlijk contact
Uit het PDI-onderzoek blijkt dat persoonlijk contact met het management een van de effectiefste manieren is om toppers binnen te houden. "Op die manier kunnen managers hun mensen vragen naar hun mening over strategische beslissingen, zodat de werknemer zich serieus genomen en betrokken bij het bedrijfsbeleid voelt," stelt Daniel. Verder raadt hij aan om te onderzoeken wie de toppers en high potentials zijn en te investeren in hun ontwikkeling, los van alle winstcijfers.
Training Het zou dus handig zijn om managers enige training op het gebied van binden en boeien van personeel te geven. Toch gebeurt dit zelden. Uit onderzoek van SkillSoft blijkt dat Europese managers het meeste moeite hebben met het ‘managen van mensen’, toch een van de belangrijkste managementtaken. In Amerika stoten de meeste managers hun neus aan ‘projectmanagement’, ook al een van de kerntaken van hun functie. Zeven van de tien managers zeggen dat ze taken hebben waarvoor ze niet goed getraind zijn, terwijl tweederde denkt dat training vooraf nuttig zou zijn geweest.
Grappig dat de paragraaf over persoonlijk contact alles in zich heeft om niet persoonlijk over te komen. Volgens mij werkt het vrij simpel: de bedrijfsleiding staat tussen de medewerkers (of andersom) en iedereen kan altijd zijn of haar gerief kwijt, ideeën spuien, iets vragen.... De bedrijfsleiding en de medewerkers geven elkaar adviezen, luisteren naar elkaar en ontwikkelen elkaar. Iedereen is mens, dus wil iedereen zo behandeld worden.