6 augustus 2008 -
Welke aspecten van een banner en de presentatie daarvan hebben invloed op de werking en de effectiviteit? Microsoft Advertising liet het onderzoeken door MetrixLab. MarketingOnline vat hun met acht aanbevelingen samen.
De onderzoekers keken naar het formaat, het moment van tonen van het merk, het logo, het product en de boodschap, het type uiting (bijvoorbeeld flash of streaming), de snelheid van het tonen van tekst en de interactie. Vanuit de ontvanger keken ze naar aandacht, geheugen, houding ten opzichte van de uiting en merkeffecten.
Aanbevelingen
Op grond van de resultaten kwam Microsoft met de volgende aanbevelingen:
1. Merk en logo kunnen het beste aan het einde van de uiting getoond worden. Als ze steeds in beeld zijn krijgen ze minder aandacht.
2. Ook de boodschap kan het best aan het eind van de uiting getoond worden. Op die manier krijgt die de meeste impact.
3. Grotere formaten werken beter dan kleinere formaten. Een '300x250' advertentie wordt gemiddeld door drie keer zoveel mensen opgemerkt als een leaderboard (728x90) en twee keer zo lang bekeken.
4. Uitingen met snelle tekst worden beter onthouden
Uitingen met langzame tekst scoren echter beter op koopintentie, interesse en likeablility.
5. Online uitingen die niet continu herhaald worden (zonder 'loop') blijken effectiever dan online uitingen met 'loop'. Het laatste beeld van de uiting is daardoor uiteraard erg belangrijk.
6. Mensen in een online uiting zijn effectief. Uitingen waarin mensen figureren worden erg goed herkend en relevant gevonden. Ook is de call-to-action hoog.
7. De intentie om te klikken is hoger bij uitingen zonder een rechtstreekse klik-uitnodiging. De aansporing 'klik hier' blijkt dus zeker geen garantie voor succes.
8. Interactieve banners worden niet beter herinnerd dan flash banners zonder interactie. Interactieve uitingen waar wel interactie mee is geweest, scoren echter hoger dan flash banners op likeability, koopintentie en interesse.
Bron:Marketing Online