7 juli 2008 -
Tot op heden blijkt de kredietcrisis nog weinig negatieve invloed te hebben op het volume en de prijzen van Europese overnames. In vergelijking met de financiële prestaties van de overnameprooi, liggen de prijzen betaald bij transacties onverminderd hoog.
Zelfs de financiële investeerders – toch het zwaarst getroffen door de credit crunch – blijven hoge bedragen betalen. Dit en meer blijkt uit onderzoek van Roland Berger Strategy Consultants. Het adviesbureau analyseerde hiervoor 701 overnames van 2001 tot medio mei 2008.
Stijgende lijn
Tot op heden heeft de kredietcrisis slechts een beperkte invloed op de prijzen van bedrijfsovernames en het totale Europese overnamevolume. "Toch wel onverwacht blijft de Europese overnamemarkt onverminderd duur," aldus Arnoud van der Slot, partner bij Roland Berger en verantwoordelijk voor het onderzoek. "Gemiddeld wordt nog steeds zo tussen de elf en twaalf keer het bedrijfsresultaat (EBITDA) betaald bij een overname. Dit is weliswaar marginaal minder dan in 2007, maar nog steeds aanmerkelijk meer dan in alle voorgaande jaren." Ook de prijzen in Nederland hebben vooralsnog niet te lijden onder de crisis. In 2008 werden al een paar hooggeprijsde overnames afgerond – zoals Grolsch, Hagemeyer en Stork – waardoor de stijgende lijn voorlopig wordt doorgezet."
Minder risico, meer geld
De analyse van Roland Berger toont wel aan dat er in het eerste kwartaal van 2008 in aantallen iets minder overnames zijn gepleegd dan in voorgaande jaren. Het totale transactievolume is daarentegen het hoogste van de laatste acht jaar. "Vanuit de markt horen we dat de potentieel riskante deals door omstandigheden nu even niet worden gesloten," vervolgt Van der Slot. "Hierdoor blijven vooral de topacquisities plaatsvinden, hetgeen zich vertaalt in de cijfers. Het zijn er dan wel iets minder, maar de kopers betalen wel de hoofdprijs voor deze vaak hele grote, solide bedrijven. Dit verklaart de aanhoudend grote totale overnamevolumes en de hoge gemiddelde transactiebedragen."
In het derde kwartaal van 2007 vertoonden de prijzen een lichte daling, maar ondanks de credit crunch, trok dit later weer helemaal bij en werd het jaar afgesloten met een recordprijsgemiddelde. Ook in januari van 2008 zakten de prijzen ietwat in, maar in februari en maart herstelde dit zich weer. "De gemiddelden fluctueren natuurlijk, zeker als je naar korte periodes van een maand kijkt. Over de langere termijn zie je echter tot nu toe nauwelijks verval sinds de intrede van de kredietcrisis," concludeert Van der Slot.
Leningen
In tegenstelling tot wat velen zouden verwachten, zijn zelfs de prijzen betaald door financiële spelers – ondanks de credit crunch – niet gedaald en betalen zij op het moment vergelijkbare prijzen als strategische kopers. "De financiële investeerders kregen in het begin van de crisis hun financieringen vaak niet rond en daardoor waren ze een tijdje minder actief op de overnamemarkt," vertelt Van der Slot. "Bij strategische overnames hebben partijen relatief weinig last van de crisis, omdat zij minder leningen hoeven aan te gaan voor hun transacties. Klaarblijkelijk lukt het financiële spelers nu wel weer om geld bij elkaar te krijgen om zich te mengen in de concurrentieslag, al is hun aandeel van het totale aantal deals toch nog kleiner dan voor de credit crunch. Wellicht door een groter deel eigen vermogen te gebruiken."
Schade in VS valt mee
Opvallend genoeg blijkt ook in de VS – waar de kredietcrisis toch het hevigst voelbaar is – de markt op het vlak van overnameprijzen (nog) niet in te storten. "De prijzen blijven ook in Amerika relatief hoog en hoewel de cijfers lager liggen dan aan het einde van 2007, zijn ook de gemiddelde overnamegrootte en het totale transactievolume geenszins laag te noemen in vergelijking met voorgaande jaren," aldus Van der Slot. "De markt in Europa is echter wel actiever, want hier worden meer deals gesloten en in het eerste kwartaal van 2008 overstegen het totale volume en de gemiddelde overnamegrootte in Europa de cijfers in de Verenigde Staten."