Concurrentiepositie is niet afhankelijk van hard werken of lage lonen
12 juni 2008 -
Dat mensen harder moeten werken, voor lagere lonen om een land internationaal concurrerend te maken, is onzin. Aldus econoom Arjen van Witteloostuijn. Volgens hem is zo`n beleid zelfs funest.
Dat landen met elkaar concurreren is een mythe: alleen bedrijven doen dat, met sectorgenoten in binnen- en buitenland. Ieder land beschikt immers over een bepaald productiepotentieel dat onder meer afhankelijk is van kosten, kennis en beschikbaarheid van grondstoffen.
Hoogwaardige arbeid koesteren
Waar de kosten in absolute zin het laagst zijn, is niet relevant: het gaat om de relatieve positie ten opzichte van het buitenland. Een land moet dan ook niet proberen te concurreren met China waar het de productie van goedkope t-shirts betreft. In plaats daarvan moet de hoogwaardige arbeid gekoesterd worden. En dat betekent goede arbeidsvoorwaarden.
Vrijheid van handelen
De overheid moet daarbij zorgen voor de vrijheid voor het eigen handelen en gelijkheid van kansen. De balans tussen vrijheid en gelijkheid wordt enerzijds bereikt door een generiek leefinkomen voor iedere burger, dat economische onafhankelijkheid garandeert. Anderzijds door een ver doorgevoerde marktwerking: het reduceren van klemmende regeldruk, inclusief ontslagbescherming.