24 april 2008 -
Jonge werkenden (25-39 jaar) in Europa hebben het niet makkelijk, vinden zij zelf. Zij hebben een groot gebrek aan tijd en voelen zich regelmatig machteloos. Zes op de tien denken dat zij het moeilijker hebben dan hun ouders destijds schrijft Zibb.
Een derde vindt zelfs dat het dagelijks leven 'veel moeilijker' is geworden vergeleken met de generatie van hun ouders. Dit blijkt uit onderzoek onder ruim 3500 werknemers tussen 25 en 39 jaar in zeven Europese landen. De Nederlanders komen daaruit naar voren als de meest positieve.
Veranderingen
In de leeftijd van 25 tot 39 verandert er veel. Mensen gaan werken, worden financieel onafhankelijk, kopen hun eerste huis en beginnen een gezin. Een deel moet voor zijn ouders zorgen. Het kost hen moeite dat allemaal het hoofd te bieden. Hun inzet is goed en zij hebben geen gebrek aan ideeën, maar wel aan tijd. Ruim een derde klaagt over een gebrek aan kansen en 30 procent over een gebrek aan energie. Het indelen van vrije tijd kan een bron van problemen zijn.
Geen tijd
De helft vindt het moeilijk tijd vrij te maken om iets leuks te doen. Zes op de tien vinden het lastig regelmatig iets aan sport te doen. Ruim vier op de tien gunnen zich geen tijd voor een goed eetpatroon. Bijna een op de drie klaagt erover dat zij weinig of geen hulp van familie krijgen als zij tegen problemen aanlopen.
Nederlanders zijn positiever ingesteld. Van hen vindt 48 procent het leven nu moeilijker dan in de tijd van hun ouders. In de zeven onderzochte landen ligt dat gemiddeld op 61 procent. Fransen en Italianen zijn het minst positief.
Gezinsleven
Van de Nederlanders zegt 33 procent moeite te hebben met stress om te gaan. Gemiddeld ligt dat op 45 procent. Wel vindt een derde van de Nederlanders in de onderzoeksgroep het gezinsleven een belangrijke bron van zorgen. Dat ligt juist hoger dan gemiddeld.
Bron:Zibb