19 februari 2008 -
Managers in Europa staan positief tegenover protectionisme en houden de productie het liefst intern of dicht bij huis. Dat blijkt uit de jongste UPS Europe Business Monitor.
Iets minder dan de helft (45 procent) van de ondernemingen in Europa verklaart dat zij een deel van hun productie en/of diensten outsourcen. Gemiddeld één op tien topmanagers in Europa overweegt dat in de toekomst te gaan doen. 44 procent doet helemaal niet aan outsourcing en is dat ook niet van plan.
Managers in Nederland blijken de meest enthousiaste outsourcers te zijn, 59 procent verklaart momenteel al productie en/of diensten uit te besteden en nog eens twaalf procent overweegt dit te doen. Onderaan de rangschikking staat Italië, waar minder dan één op drie respondenten aangeeft aan outsourcing te doen.
Organisaties in Nederland outsourcen voornamelijk binnen het eigen land (53 procent).
Dicht bij huis
Van de iets minder dan de helft van de ondernemingen in Europa die outsourcen, houden de meeste (52 procent) de zaken het liefst zo dicht mogelijk bij huis. Een meerderheid in elk land, met uitzondering van Italië, zegt dat wanneer zij outsourcen, zij een beroep doen op ondernemingen die actief zijn op hun thuismarkt. Spanje is het meest patriottisch (66 procent), gevolgd door Duitsland (60 procent) en Frankrijk (59 procent). 54 procent van de respondenten in België zegt aan outsourcing te doen naar het buitenland. Van de weinige bedrijven in Italië die outsourcen, maakt een duidelijke meerderheid (67 procent) liever gebruik van de diensten van ondernemingen in andere Europese landen dan van die in hun thuismarkt.
Na de thuismarkt vormen andere Europese landen de tweede populairste keuze (44 procent). China en India zijn ook populaire bestemmingen voor outsourcing: ze worden elk genoemd door 22 procent van de respondenten en zijn samengeteld dus even populair als de rest van Europa.
Bescherming topbedrijven
Wanneer men de managers in Europa vraagt of een overheidsoptreden gerechtvaardigd is om te voorkomen dat buitenlandse groepen belangrijke ondernemingen van een land overnemen, spreekt een meerderheid zich uit voor het protectionisme. Hoewel slechts een minderheid (veertien procent) ermee akkoord gaat dat de bescherming tegen buitenlandse overnemers in alle gevallen gerechtvaardigd is, zegt bijna de helft (45 procent) dat dit gewettigd kan zijn in welbepaalde gevallen en sectoren. Respondenten in Frankrijk staan het positiefst tegenover de bescherming van nationale kampioenen (in totaal 71 procent).
39 procent van de managers in Europa is echter van mening dat een dergelijke tussenkomst nooit gerechtvaardigd is. Managers in Nederland (48 procent) zijn het meest gekant tegen elke vorm van bescherming, gevolgd door 46 procent van de respondenten in België en Spanje.
Topconferenties Wat de wereldhandel betreft, staan de managers in Europa heel positief tegenover hoogstaande internationale topconferenties en organisaties: 53 procent van hen vindt ze doeltreffend. Anderzijds beschouwt een aanzienlijke minderheid (43 procent) ze als niets meer dan nutteloze discussiefora. Respondenten in Duitsland lijken het meest enthousiast (69 procent), gevolgd door die in Nederland (64 procent). Frankrijk blijkt dan weer het meest sceptische land van de regio (54 procent).