8 februari 2008 -
Het Hof van Justitie heeft besloten dat directeur-grootaandeelhouders geen ondernemers meer zijn voor de BTW. Het betreft DGA´s die op grond van een arbeidsovereenkomst in naam en voor rekening van hun BV werkzaamheden verrichten.
Dit meldt FinancieelManagement.nl. Het arrest heeft vooral betrekking op BTW die in aftrek is gebracht op de aanschaf van privé vermogensbestanddelen door DGA’s die mede zakelijk worden aangewend.
Gevolgen
Het ministerie van Financiën gaf in december 2007 aan wat de precieze gevolgen zijn voor de praktijk:
- Vanaf 18 oktober 2007 is de DGA geen BTW-ondernemer meer. Dit geld niet als er naast de arbeid andere economische activiteiten worden verricht jegens de eigen BV.
- DGA’s dienen goederen waarvan aftrek is genoten, zoals een auto, in privé aan zichzelf te leveren. Deze fictieve levering zorgt voor een verschuldigdheid van de eerder afgetrokken BTW voor zover sprake is van een belaste levering. De BTW is verschuldigd in de laatste aangifte van 2007. Verschuldigdheid van BTW over de fictieve levering kan worden voorkomen door gebruik te maken van een doorleverfaciliteit. Dit houdt in dat de betreffende goederen door de DGA voor 1 april 2008 worden doorgeleverd aan de BV.
- Verhuur van een onzelfstandige werkruimte aan de BV geldt niet als economische activiteit.
- De DGA maakt met terugwerkende kracht tot en met 18 oktober geen deel meer uit van een fiscale eenheid.
- De DGA is alsnog rest-BPM en een verhoging van de motorrijtuigenbelasting verschuldigd voor de bestelauto met grijs kenteken als er gebruik is gemaakt van de ondernemersregeling. De doorleverfaciliteit kan ook hier worden toegepast.
DGA’s ontvangen in het eerste kwartaal van 2008 een vragenbrief van de belastingdienst om de benodigde aanpassingen in de administratie door te kunnen voeren. DGA’s die geen brief ontvagen dienen zelf aan te geven dat zij geen BTW-ondernemer meer zijn.
Bron:Financieel Management