21 december 2007 -
Terwijl de ene helft van werkend Nederland na kerst en oudjaar vrij neemt, grijpt de andere helft deze rustige weken aan om eindelijk eens te doen waar nooit tijd voor lijkt te zijn: het opruimen van de onoverzichtelijke werkplek.
Uit onderzoek van bureau Organize yourself blijkt dat de opruimwoede in de laatste week van het oude jaar en de eerste week van het nieuwe jaar enorm is. "We kunnen rustig spreken van een jaarlijks fenomeen," zegt Arjan Dokman, professional organizer en directeur van Organize yourself. "Wij noemen het zelf wel de ‘Nationale Opbergweken’: op elk bureau een flink aantal ordners en opbergen maar – het hele jaar moet nog in die mappen!"
Te hoge verwachtingen Op zich zijn de rustige weken na kerst en nieuwjaar een logisch moment om de vele stapels achterstallige administratie in één keer weg te werken. Toch waarschuwt Dokman voor al te hoog gespannen verwachtingen: "Natuurlijk, iedereen wil fris en opgeruimd het nieuwe jaar in. Maar het is wel een vorm van symptoombestrijding om alleen in de laatste week van het jaar je bureau leeg te ruimen. Binnen de kortste keren vormen zich nieuwe stapels, zeker nu er van alle kanten steeds meer informatie op ons af komt. De kunst is dan ook om door het héle jaar heen optimaal overzicht te houden over je werkplek en alles waar je mee bezig bent."
Stress
Voor Organize yourself staat het als een paal boven water dat een rommelige werkplek en gebrek aan overzicht een belangrijke bijdrage leveren aan veel gevallen van stress, overspannenheid en burn-out. Een paar honderd mailtjes in je inbox, uitpuilende postbak-torens en de ontelbare papierstapels op het bureau – de werkende mens wordt er letterlijk ziek van. Om dit te voorkomen traint Organize yourself mensen in het creëren én behouden van een overzichtelijke werkplek. "Georganiseerd werken is wel zo prettig, als je eenmaal door hebt hoe je dat het best kunt doen." zegt Arjan Dokman, "Er zijn diverse praktische tips en handreikingen voor, en die werken echt beter dan jaarlijkse ‘opbergweken’."