1 november 2007 -
Samen in zaken gaan kan een goede manier zijn om krachten en middelen te bundelen. Maar bezint eer u een zakelijk partnerschap aangaat en hoed u voor de meest voorkomende blunders.
1. Geen contract afsluiten Elke samenwerkingsovereenkomst moet tot in detail vastgelegd worden en ondertekend zijn door alle partijen. Ook als u samen gaat werken met vrienden of familieleden!
2. Geen juridische controle
Een samenwerkingsovereenkomst kent vele haken en ogen en alleen een gekwalificeerde jurist kan u vertellen wat wel en niet in een rechtsgeldig document moet.
3. Geen uitweg inbouwen
Elke samenwerkingsovereenkomst moet een clausule bevatten met daarin een uitwegstrategie die partners in staat stelt de onderneming te verlaten of elkaar uit te kopen zonder dat dit meteen het einde van de onderneming betekent.
4. Geen gebruik maken van elkaars sterke punten
Veel partners denken te weinig na over hun sterke en zwakke punten. Het voordeel van een samenwerking is echter ieders sterke kanten optimaal te benutten en elkaars mindere op te vangen.
5. Niet regelen van aansprakelijkheid
Leg vast wie waarvoor verantwoordelijk is en probeer te voorkomen dat de één (financieel) opdraait voor de blunders van de ander. Het kiezen van de juiste rechtsvorm is in dit kader het halve werk.
6. Overhaast te werk gaan
Enthousiasme is een slechte raadgever. Overleg van tevoren wie wat doet, weeg de voor- en nadelen van de samenwerking af, wees er zeker van dat alle partners even betrokken zijn en leg afspraken vast.
7. Wetten en regels negeren
Samenwerkingsverbanden zijn aan wetten en regels gebonden. Zorg dat ze rechtsgeldig zijn en aan alle wettelijke eisen voldoen.
8. De verkeerde partner kiezen
Overtuig u ervan dat u dezelfde doelstellingen, normen en waarden en manier van zaken doen heeft. Wees er bovendien zeker van dat uw persoonlijkheden niet gaan botsen.
9. Geen financiële afspraken maken
Nergens wordt zoveel ruzie over gemaakt als over geld! Leg daarom onomstotelijk vast wie wat inbrengt, wat er met de inkomende geldstromen gebeurt en wie welke transacties doet.
Deze tekst moet haast wel door een jurist geschreven zijn. 6 van de 9 ''samenwerkingsblunders'' gaan over juridische zaken.
Als conflictmanager merk ik dat de grootste samenwerkingsblunders zijn: niet goed met elkaar communiceren over je belangen en behoeften. Onuitgesproken en hoge verwachtingen naar elkaar toe. Geen afstemming over wie wat doet of juist teveel afspraken, waardoor de creativiteit niet meer stroomt.
Dat zijn blunders die je niet voorkomt door vuistdikke, juridische dichtgetimmerde contracten en aansprakelijkheidsverklaringen. Mijn advies zou zijn: ga alleen in zee met partners, waar je je plezierig bij voelt, die qua visie, cultuur en inzet bij je passen. En vooral: communiceer!
Francine ten Hoedt
Goed om dit soort artikelen te komen.
Recentelijk nog bij twee samenwerkers gezeten, die mondeling afspraken hadden gemaakt.
Dit is nu opgelost, maar het kost de beide partners geld en verlies in naam.
Heb zelf ook een V.O.F. met een vennoot opgestart en de vennoot vond het eigenlijk niet nodig om alles op schrift vast te leggen.
Nu zijn we beiden heel blij dat we alles goed gedocumenteerd in een contract hebben vastgelegd, het geeft duidelijkheid in bevoegdheden en afspraken.
Dit soort valkuilen moet je vermeiden vanaf de start.
Het kost tijd en geld, maar bespaard je een vermogen in de toekomst.
Je sluit juist een contract af om van elkaars deskundigheid gebruik te maken en het haalt de zwakke punten uit de V.O.F.
Juist instanties als de K.v.K. en ook het UWV wat zelfstandig werken promoot, mag hier meer aandacht aan besteden.
Ook de adviseurs van startende ondernemingen dienen hier uitgebreid aandacht aan te geven.
Vanuit mijn ervaring in het begeleiden van startende ondernemers, is dit item heel belangrijk en een goede basis geeft de rust om goed de markt op te gaan.
Rens Rugebregt
|
|
1
-
11
-
2007
|
21
:
41
uur
Ik heb heel wat (pogingen tot) samenwerking gezien, en ben het ermee eens dat er zowel duidelijk vastgelegde afspraken moeten zijn (juridisch ''dicht'') als dat er een goede verstandhoudingsbasis moet zijn die onderhouden wordt door effectieve communicatie (waaronder ook open feed-back, zowel positief als negatief). Wat ik echter altijd mis is de ''incentive''. Deze wordt vaak impliciet gehouden: als de samenwerking slaagt worden beide partijen er beter van. Ik ben echter van mening dat er ook een ''straf-incentive'' moet zijn als één van de partners niet of niet geheel meewerkt, of willens en wetens via andere interpretaties van afspraken toch een concurrentie stimuleert.