31 oktober 2007 -
Uit een online onderzoek, waaraan meer dan 25.000 mensen hebben deelgenomen, blijkt dat bijna de helft van de Nederlandse computergebruikers slecht scoort op werkhouding. Een opvallende conclusie in de tijd dat RSI - tegenwoordig ook vaak aangeduid als CANS: Complaints of Arm, Neck and/or Shoulder - nog steeds beroepsziekte nummer één is.
Foute houding
De website www.deoptimalewerkplek.nl is vanaf deze zomer te bezoeken en heeft een gemiddeld aantal bezoekers van circa 500 per dag. Personen uit alle denkbare organisaties met uiteenlopende achtergronden hebben de test ingevuld. Daaruit komt de opvallende conclusie naar voren dat bijna niemand (98 procent van de deelnemers) de volledig optimale werkhouding heeft. Een groot aantal computergebruikers voldoet bovendien niet aan vier van de tien meest vitale onderdelen van een optimale werkhouding. En maar liefst de helft (49 procent) gaat in de fout bij tenminste 50 procent van de wetenschappelijke aanwijzingen voor een optimale werkhouding. Zij lopen daarmee verhoogd risico op RSI.
Enorme kostenpost
Volgens cijfers van TNO over 2006 bedragen de jaarlijkse kosten voor RSI circa twee miljard euro. Jaarlijks gaan 340.000 tot 675.000 werknemers naar de dokter met werkgerelateerde klachten aan arm, nek of schouder. Een verkeerde werkhouding is hierbij een van de belangrijkste oorzaken. Terwijl uit onderzoek in 2006 van het Coronel Instituut (onderdeel van AMC) blijkt dat er weinig aanpassingen op de werkplek worden uitgevoerd. De meest gemaakt fouten door computergebruikers zijn, zo laat het onderzoek zien:
- Verkeerde plaats van documenten (83 procent)
- Onjuiste hoogte-instelling van de bureaustoel (69 procent)
- Monitor niet op optimale afstand (60 procent)
- Geen armsteunen of niet op juiste hoogte ingesteld (58 procent)
- Monitor niet op goede hoogte (57 procent)
Ik ben arbocoördinator van het Gomarus College en ik heb deze site de organisatie ingestuurd. Ik heb er nog geen zicht op of er veel mee gewerkt is, maar de reacties die ik heb zijn positief.