30 oktober 2007 -
Een uitspraak van het Europese Hof van Justitie heeft ingrijpende gevolgen voor Nederlandse dga's en de Belastingdienst. Een ondernemer spande een proces aan tegen de belastingdienst en heeft dit -tegen alle verwachtigen in- gewonnen. Hij hoeft nu niet persoonlijk op te draaien voor de btw-schulden van zijn failliete bedrijf. Dat meldt het weblog van het NRC.
Geen btw
In Nederland hoeven dga's geen btw over hun salaris te betalen. Dit bespaart de directeurs een hoop rompslomp. Ze hoeven nu namelijk niet apart een factuur met btw naar de eigen bv te sturen. Maar ook voor de Belastingdienst is dit een voordeel. De dga en zijn bv worden namelijk gezien als een fiscale eenheid. Gaat de zaak failliet, dan kunnen btw-schulden op de dga persoonlijk worden verhaald.
Rechtszaak
De Belastingdienst brengt de fiscale eenheid tussen eigenaar en bv soms ongevraagd zelf tot stand. En dat pikte ondernemer J. A. van der Steen niet. Hij werd door de belastingdienst hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de btw-schulden van zijn failliete onderneming. Hij vocht de beslissing aan bij het gerechtshof in Amsterdam. Eigenlijk was bij voorbaat duidelijk dat hij geen kans maakte. De Belastingdienst kon zich namelijk beroepen op uitspraken van het Nederlandse Hof van Justitie. Om helemaal zeker te zijn, vroeg het Hof van Amsterdam toch om raad bij het Europese Hof in Luxemburg. De btw wordt namelijk op Europees niveau geregeld. En: tegen de verwachting in stelde het Europese hof Van der Steen in het gelijk. De dga is géén ondernemer en dus vormt hij voor de btw geen fiscale eenheid met zijn bv.
Gevolgen
Deze uitspraak kan vergaande gevolgen voor dga’s. Talloze besluiten van de Belastingdienst zijn in één klap ongeldig. Maar het kan ook betekenen dat veel dga's btw over investeringsgoederen niet meer mogen aftrekken.
Uw conclusies zijn veel te kort door de bocht. Dat van der Steen gelijk heeft gekregen zegt iets over de casus van der Steen en mogelijk iets over vergelijkbare gevallen. Doch generiek is daar geen conclusie aan te verbinden zoals u doet. De Nederlandse fiscus zal de uitspraak van het Europese Hof wel ter harte nemen en bezien of aanpassing van de wetgeving noodzakelijk is. Het is wellicht voor sommige ondernemers in vergelijkbare omstandigheden goed alsnog bezwaar te maken als de bezwaar termijn niet is verlopen.