26 oktober 2007 -
De hardnekkige mythe dat een concurrentiebeding voor de rechter vrijwel nooit stand houdt, is nu ontkracht. De kantonrechter in Dordrecht heeft het verzoek van een werknemer om de werking van het concurrentiebeding dat hem dwarszat op te heffen, resoluut van de hand gewezen.
Ook de geëiste vergoeding van 30.000 euro voor de hinder die beding veroorzaakte, kon de werknemer vergeten.
Concurrentiegevoelige informatie De werknemer werkte in de commerciële dienst van Gafco, een groothandel in koeltechnische apparaten. In zijn arbeidsovereenkomst werd hem verboden om binnen één jaar na het eind van zijn dienstverband bij een concurrent aan de slag te gaan, omdat ‘gezien uw functie u toegang heeft tot concurrentiegevoelige informatie’.
Oude afspraak
Desondanks kondigde de commercieel medewerker aan bij concurrent Bitzer Benelux in dienst te willen treden. Volgens hem had hij met de voormalig directeur van Gafco de afspraak gemaakt dat hij niet aan het concurrentiebeding zou worden gehouden.
Voet bij stuk
Gafco ontkende de afspraak en hield voet bij stuk. Daarop vroeg de werknemer in kort geding om ontheffing van het beding. Ter onderbouwing van de afspraak met de voormalig directeur overlegde hij aan de rechter een e-mailbericht. Omdat hij in de tussentijd niet aan de bak kon komen eiste hij ter compensatie een vergoeding van Gafco.
Eigen risico
Maar de rechter was niet overtuigd door de e-mail. Volgens hem gold het beding nog steeds en was de vrees voor benadeling aan de zijde van Gafco terecht. De werknemer gaf aan dat hij nog steeds veel contact had met klanten van Gafco. Ook wilde hij alleen een baan in de koeltechnische branche. Door onder deze omstandigheden zelf de arbeidsovereenkomst op te zeggen, komen de gevolgen voor zijn eigen rekening en risico, aldus de rechter.
Dat het overeind blijven van het concurentie beding in dit geval niet op gaat is begrijpelijk. Immers, het bedrijf waar de werknemer vandaan komt wordt, gezien de gegeven achtergrond, zeker benadeeld.
Dat gaat niet op voor alle functies overigens. Werkende binnen de IT kan ik bij functie of positie verbetering wel degelijk en succesvol een beroep doen op een bestaande clausule van het concurentie beding. Hier kan de werkgever in de regel weinig aan doen.
Het zou niet opgaan wanneer ik bijvoorbeeld account manager zou zijn want dan had ik, net als de werknemer uit het artikel werkelijk een uitdaging. Kennis meenemen, met name operationele kennis en ervaring, is nu eenmaal een fact of life voor elke werkgever en werknemer die uit elkaar gaan.
Daarnaast pas bepaalde informatie nu eenmaal niet bij een andere organisatie. Het is in elk geval duidelijk dat wanneer men eenzelfde functie bij een concurerende organisatie wil; gaan vervullen, en er is sprake van een concurentiebeding, dat men dan heel goed moet nadenken wat men doet. Dat is wel duidelijk.
RC PM