23 oktober 2007 -
Managers en leidinggevenden blijken flink te drinken. Eén op de drie 40-plussers onder hen drinkt steevast elke avond na het werk een borrel. Eén op de acht jonge managers verlaat dronken de bedrijfsborrel. Dit blijkt uit een onderzoek van Management Team. Eén op de vier managers signaleert ook drankmisbruik op de werkvloer. Ze komen vooral de maandagochtendblues tegen onder hun werknemers.
Kater
''Dat betekent dat er nog alcohol in het bloed zit van de vorige avond. Als je wil dat iemand goed werkt, moet je zorgen dat het promillage niet boven de 0,5 ligt,'' zegt Ronald Knibbe, hoogleraar sociale epidemiologie. ''Je moet het niet ad hoc aanpakken, maar een beleid invoeren. Bijvoorbeeld door iemand op maandag verplicht een vrije ochtend of dag op te laten nemen.'' De vakcentrale FNV wil dat bedrijven een helder alcoholbeleid gaan voeren. Nu wordt er te vaak per persoon of per situatie verschillend gereageerd.
Natte lunch
Drinken tijdens het werk is vooral een probleem van managers. Ze werken dit zelf in de hand, aldus Knibbe. ''Met bijvoorbeeld natte lunches. Als ontvangst bieden ze dan wat aan, dat regelen ze vaak zelf. Het is een opvatting van gastvrijheid.''
Verdoezelen
Volgens de hoogleraar kunnen werknemers hun drankprobleem makkelijk verdoezelen op het werk. Collega's helpen vaak bij dit verdoezelen. Ten onrechte, meent Knibbe. ''Bij iemand die een echt drankprobleem heeft, is het beter om iets te zeggen. Om hem verder te helpen.''
Bron:Het Parool
Het is ontegenzeggelijk waar dat er wel eens sprake is van een 'natte' lunch. Toch wil ik hier zeker opmerken dat de intonatie van het artikel zeker tendentieus mag worden genoemd.
Ik geef u graag een voorbeeld. Als interim manager begeef ik me in veel omgevingen en spreek veel collegea. Er wordt af en toe ook wel eens buiten de deur een lunch gebruikt. Hier ervaar ik dat de 'natte' lunch meer uitzondering is dan regel.
Ik kan zeker niet spreken voor de corporate level van de organisaties maar ik kan me niet erg voorstellen dat het daar anders aan zou toegaan. Men heeft een hoger moraal, vaak, en houd er een duidelijke dicipline op na. Men weet dat men een voorbeeld functie heeft en is daar in de regel duidelijk in.
Het zal, en dat zal landelijk wellicht helemaal niet anders zijn, best zo zijn dat wanneer we ons uiten in percentages dt er wel een percentage in aanmerking komt die 'probleemdrinker' kan worden genoemd. Wanneer dit voorkomt moet men, vanuit zakelijk perspectief maar ook vanuit de betreffende persoon beredeneert, zeker een stap nemen.
In de meeste grotere organisaties is er sprake van een duidelijk alcohol en drugs beleid. Dat mag best worden aangescherpt en verder uitgebreid. Het mes snijd dan namelijk aan meer dan twee kanten. De organisatie kan, weliswaar uit goodwil, een goede ondersteunende rol spelen in het proces.
Momenteel werk ik voor een kleinere organisatie waar collectiviteit en plezier hoog in het vaandel staan, zonder overigens kwaliteit in te boeten. Persoonlijk kan ik me er niets bij voorstellen dat ik op maandagmogen, in kennelijke staat, als externe bij onze opdrachtgever zou verschijnen.
RC PM
Vreemd eigenlijk. De meeste gasten komen met de auto. Ze moeten dus nog naar hun eigen kantoor of weer naar huis. Met de auto. Alcoholcontroles zijn er misschien te weinig, maar wel veelvuldig.
Bovendien bespeur ik om mij heen dat er een toenemend verantwoordelijkheidsgevoel is ten aanzien van het rijden onder (lichte) invloed. Men blijft nuchter. 100%.
Ook de gastvrijheid op mijn bedrijf gaat niet verder dan een alcoholvrij drankje. Een hap(je) kan er vaak ook nog wel van af. Een enkele keer hebben we een gesprek in een horecagelegenhied. Ook daar zie ik uitsluitend matig of geen alcoholgebruik.
Door geen alcohol te schenken en zelf ook niet te drinken heb je een voorbeeldfunctie en neem je de onbesuisde drinker in bescherming. Het gaat mij te ver om mensen die toch al een probleem hebben te manen tot minderen. Dat is hun zaak.
Onder invloed van alcohol worden er ook wel eens lichtzinnige beslissingen genomen.
Dat is niet verstandig; een enkele keer wordt er zo een patstelling doorbroken, maar dat mag nooit het uitgangspunt zijn voor het verstrekken van alcoholica, laat staan andere genotsmiddelen.