3 juli 2007 -
Nederlandse managementteams blinken niet bepaald uit in diversiteit. De besturen van Nederlandse ondernemingen bestaan nog steeds voor 95 procent uit witte en mannelijke managers. Dat een diverser bestuur profijtelijk kan zijn, bewijst de Amerikaanse Diversity Top 50.
Bedrijven met een divers bestuur (minimaal 25 procent niet-witte topmanagers) zoals Pepsi, AT&T en Bank of America slagen er al jaren in om de Standard&Poor`s 500, de Dow Jones en de Nasdaq te verslaan.
Vragen in plaats van eisen In Nederland gaan er geregeld stemmen op dat er meer vrouwen en allochtonen op hoge posities moeten komen. Volgens de antropologen Geert Hofstede en Fons Trompenaars is juist dit 'moeten' een probleem. Zij menen dat de volgende vragen nuttiger zijn: aan welke vreemde cultuur en welke vrouwelijke eigenschap is in vastgelopen Hollandse managementteams het meest behoefte? Wat kunnen ze bijdragen aan de business? Volgens Tompenaars kunnen de stoere, macho, witte managers veel leren van andere culturen. Als voorbeelden noemt hij: hun mensgerichtheid, hun wijze van onderling respectvol communiceren en hun langetermijninstelling van relaties opbouwen.
Diversiteit is mooi als je (leert) hoe je het moet gebruiken. Ik kom in de non-profit sector managementteams tegen die ondersteuning willen "omdat ze zo verschillend zijn". Mijn werk begint dan met de stelling. "Als jullie gelijk zijn/worden, dan zijn er een paar overbodig." Vervolgens gaan we op zoek naar hoe we de diversiteit kracht en creativiteit kunnen putten. Het zou mooi zijn als diversiteit min of meer automatisch beter is. Maar die relatie is er niet.
(Willem van Gendt is werkzaam als zelfstandig adviseur.)
Ron Ladage
|
|
3
-
07
-
2007
|
11
:
01
uur
Ben het voor een deel eens met de strekking van dit artikel.
Je wordt zo langzamerhand moe van alle mensen, die menen zich nte moeten bemoeien met bedrijven en vooral met hun aanname beleid.