‘Ander management’ efficiënter bij doorstart dan gelijkblijvend
21 mei 2007 -
Als een onderneming zich in zwaar weer bevindt, zijn er verschillende manieren om een oplossing te vinden voor de (financiële) moeilijkheden. Jaarlijks wordt er door meer dan duizend bestuurders een radicale oplossing gekozen om de moeilijkheden het hoofd te bieden: de doorstartstrategie.
Het doel van het management en/of de aandeelhouders bij het toepassen van een doorstartstrategie is tweeledig, enerzijds de verbreking van langlopende overeenkomsten stakeholders, anderzijds de overdracht van de (latente) winstcapaciteit van het samengestelde ondernemingsverband. Een doorstartstrategie kan succesvol toegepast worden als het bestuur vóór de faillissementsuitspraak niet verwijtbaar heeft gehandeld.
Soorten management Het succes van een doorstart is in hoge mate afhankelijk van het management. Doorstartmanagement bestaat in twee soorten: 'gelijkblijvend management' en 'ander management'. Uit onderzoek van Arjaan van den Berg in samenwerking met RSM Erasmus University blijkt dat 'ander management' efficiënter is. 'Ander management' kan de omzet op hetzelfde niveau houden als voorheen, is gemotiveerder en heeft uiteindelijk meer succes. De kosten worden verder teruggebracht en men doet investeringen. 'Ander management' brengt bijna zes maal meer eigen kapitaal in, maakt minder of geen gebruik van rekening courant bankkrediet en het leverancierskrediet daalt naar een kwart. Bovendien daalt de totale vermogensbehoefte naar minder dan de helft en bouwt 'ander management' buffers in om eventuele tegenslagen op te vangen. 'Ander management' heeft een nadeligere positie bij het bepalen van de waarde van de activa en betaalt daardoor een hogere overnameprijs dan 'gelijkblijvend management' (83 procent ten opzichte van 57 procent van de getaxeerde waarde van de activa voor faillissement). De hogere prijs geeft, in verhouding met de andere variabelen, geen aanleiding om een doorstart te prefereren met 'gelijkblijvend management'.
Aanbevelingen Op basis van de resultaten van het onderzoek stelt Van den Berg voor dat er in de nieuwe Insolventiewet onderscheid gemaakt wordt naar soort management om een doorstart te kunnen maken, en vervolgens de doorstart met 'gelijkblijvend management' te ontmoedigen. In het geval dat 'gelijkblijvend management' een doorstart wil maken, zou een van rechtswege aangestelde 'insolventiemanager' de verbindende schakel vormen om de kwaliteit van de managementbeslissingen te verbeteren. Van den Berg pleit ervoor om deze deskundigen te benoemen (naast een bewindvoerder) tijdens de insolventieprocedure.
Bedrijven komen zelden, als donderslag bij heldere hemel, in zwaar weer. De directie heeft met de ter beschikking komende financiele cijfers niet de noodzakelijke acties ondernomen om het tij te doen keren. Ik vindt dan ook, dat het structureel niet mogelijk zou mogen zijn, dat er een doorstart gemaakt wordt met gelijkblijvend management. Waarom? Gelijkblijvend management is een garantie tot geen verandering en dus blijven ze in hun vicieuze cirkel doordraaien. Gerrit Michels www.germarmich.com