13 oktober 2006 -
Europese economieën blijven achter bij de VS omdat ze structureel te weinig investeren in kennisontwikkeling. Om die reden lopen ze continu achter de feiten aan wat betreft technologische vooruitgang.Onderzoek van de Britse denktank The Work Foundation toont aan dat Europese landen samen een 'kenniseconomie' op kunnen zetten die net zo groot, zo niet groter is, dan die van de VS.
Meer dan 40 procent van de Europeanen werkt immers in de kennisindustrie. Europa heeft echter nog nooit dezelfde economische groei en productiviteit bereikt als Amerika. Simpelweg omdat het nooit zoveel heeft geïnvesteerd in kennisontwikkeling. De technologische vooruitgang wordt momenteel misschien zelfs geremd.
Tussen 1994 en 2004 namen de uitgaven aan R&D in de 15 EU-landen met minder dan 0,1 procent toe. In 2004 investeerde de VS 2,7 procent van het BNP in R&D; in de EU was dat slechts 1,9 procent. Alleen investeren is overigens niet genoeg: de kennis moet ook efficiënt toegepast worden om tot economische groei te leiden.
Overheid moet kennisontwikkeling stimuleren Ian Brinkley, manager van de afdeling het kenniseconomie van The Work Foundation stelt: "Landen die zowel investeren in kennis en die bovendien effectief toe weten te passen, presteren beter. Kennis is cruciaal voor de economische toekomst van Europa, dat hard op weg is een heuse kenniseconomie te worden gezien het aandeel in het BNP dat voortkomt uit de kennissector en het aantal mensen dat daarin werkzaam is. Het is dan ook van het grootste belang dat beleidsmakers ondernemingen – vooral in de private sector – actief stimuleren meer te investeren in kennisontwikkeling."
Nederland versus Europa Uit een rapport van de vakgroep Innovatie en Groei van de universiteit van Friedrichshafen in Duitsland blijkt overigens dat de Nederlandse kenniseconomie beter presteert dan die van landen als Italië, Duitsland en Portugal. Alleen Zweden, Denemarken en Engeland doen het beter. Peter Ederer, directeur van Innovatie en Groei, benadrukt dat Nederland er weliswaar goed uitkomt in vergelijking met andere Europese landen, maar dat tegelijkertijd het gat tussen Amerika, India en Azië steeds groter wordt. Nederland dankt zijn hoge positie op de Europese lijst aan de goede demografische vooruitzichten - er zijn relatief veel jongeren, vooral door het hoge aantal immigranten.
In het programma Buitenhof van afgelopen zondag heeft de heer R. Plasterk een grafiek laten zien over de ontwikkeling van Nobelprijswinaars van de afgelopen 10 jaar. In de laatste jaren heeft Europa geen Nobelprijswinnaar meer afgeleverd.
Het gaat dus gewoon slecht met de ontwikkeling van innovatie en kennis binnen Europa ten opzichte van Amerika, India en Azie.
De heer J. Balkenende zegt ook dat het innovatieproduct omgezet moet worden in directe toepassing. Hier spreekt dus geen beleidsmaker die verstand van zaken heeft.
Nederland zal met deze houding verder achterop raken.
Binnen Nederland moet het onderwijs op de schop. Willen we wat betekenen op het gebied van technologie en kennis zullen we naar het Angelsaksich model moeten.
Begin eerst met een gesubsidieerde universiteit voor technologische ontwikkelingen, waar alleen de beste geselecteerd worden (in Amerika kom je alleen met de hoogste cijfers op Harvard, Yale, Princeton).
Op politiek niveau hebben we een minister innovatie (vacature?) nodig, die richting geeft aan dit ontwikkelproces.
Ik geloof wel dat er binnen Nederland veel kennis is, maar is te veel versnipperd.
In Nederland praten we veel over innovatie en kennis maar als er niet geinvesteerd wordt brengt het ook niets.
Daarom zal een voortzetting van dit huidige kabinet de
positie van Nederland niet veel goed doen. Zoals iedereen weet is stilstand toch echt achteruitgang!