31 juli 2006 -
Zelfstandige ondernemers hebben goed geboerd de afgelopen tien jaar. Hun aantal steeg weliswaar licht van 774.000 in 1995 naar 806.000 in 2005. Hun gezamenlijke inkomen groeide echter met circa 40 procent, ofwel met ruim 7 miljard euro, tot 23,3 miljard.
Dat blijkt maandag uit verstrekte cijfers door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vooral bouwvakkers die als zelfstandige zonder personeel zijn gaan werken, hebben een behoorlijke vlucht genomen.
Bouwvakkers Bouwvakkers die vanuit loondienst voor zichzelf zijn begonnen, zijn volgens CBS-onderzoeker Michiel Vergeer zowel in aantal als in inkomen gestaag gegroeid. Sinds 1995 zijn er ruim 30.000 zelfstandigen in de bouw bijgekomen. In 2005 telde het CBS er 88.000. In die tien jaar tijd is hun inkomen meer dan verdubbeld van 900 miljoen euro naar ruim 2 miljard. Ook in de financiële en zakelijke dienstverlening was sprake van een sterke groei. Deze zelfstandige ondernemers, variërend van advocaten, kappers, accountants tot ict'ers, nam toe van 108.000 naar 129.000. Zij zagen hun inkomsten stijgen van bijna 3 miljard euro tot 5,2 miljard. Volgens Vergeer maakten deze ondernemers echter hun groei vooral eind jaren negentig door en zakte het daarna in.
In overige sectoren, een verzameling van ondernemers in de zorg, cultuur, recreatie tot huishoudelijke hulpen en prostituees, steeg het aantal zelfstandigen van 170.000 naar 193.000. Hun gezamenlijke inkomsten groeiden van 2,7 miljard euro naar 5,5 miljard.
Landbouw Als enige had de landbouw volgens het CBS te maken "met minder gunstige prijsontwikkelingen". Terwijl in deze sector het aantal zelfstandigen met een vijfde kromp tot 124.000, slonken de inkomsten met een derde tot 3 miljard euro.
Dat is een inkomensgroei van zo'n 3,5% per jaar.
Dat klinkt opeens veel minder schokkend.
heer BRUNO CAPPELLE
|
|
1
-
08
-
2006
|
15
:
27
uur
Wat het artikel niet vermeldt is de basis van de berekening van deze inkomsten. Is dit de gezamenlijke omzet, is het netto of bruto inkomst, hoe is de verdeling van deze inkomsten naar vaste kosten zoals commissies of lonen die aan derden voor geleverde prestaties ? Hoe zit het met de evolutie van de koopkracht van deze doelgroepen ?