17 juli 2006 -
Veel hoger opgeleide Nederlanders werken door tijdens hun vakantie. Tweederde van hen is tijdens de vakantie gewoon bereikbaar voor het werk. Zeven op de tien checken hun e-mail tijdens de vakantie. Maar voor circa één op de vijf leidt het continu bereikbaar moeten zijn voor het werk buiten werktijd tot psychische problemen.
Dit blijkt uit de nieuwste ICT Barometer van Ernst & Young.
Doorwerken Uit het onderzoek blijkt dat een vakantie niet meer helemaal uit vrije tijd bestaat. Onder druk van de werkgever of op eigen initiatief wordt er veelvuldig doorgewerkt tijdens de vakantie. Door mobiele telefoon, e-mail, laptop en zakcomputer betekent vakantie allang niet meer vanzelfsprekend afstand nemen van het werk. De e-mail wordt bijvoorbeeld gemiddeld twee per week gecontroleerd. En er wordt gemiddeld anderhalf keer week contact opgenomen met het werk via telefoon, sms en/of e-mail. Tweederde van de mensen neemt de mobiele telefoon mee voor zakelijk gebruik, een kwart wordt vanuit zijn bedrijf verzocht bereikbaar te blijven.
Onrust Achttien procent van de medewerkers blijkt stress te ondervinden van het gevoel continu bereikbaar te moeten zijn voor werk. 61 procent vindt dit ook niet wenselijk, helemaal niet tijdens de vakantie. Daarentegen wordt 27 procent onrustig als ze niet bereikbaar zijn tijdens de vakantie
Vervagende grenzen
Volgens Ernst & Young neemt het werken tijdens vakanties in 2006 met meer dan tien procent toe in vergelijking met 2005. Het ter beschikking stellen van laptops en mobiele telefoons legt een bepaalde morele claim op werknemers. Ook de trend dat ICT de grens tussen werk en privé vervaagt, blijkt weer uit dit onderzoek. In combinatie met de informatiehonger van vele mensen, verdwijnt nu ook de grens tussen vakantie en werk langzaam maar zeker.
Grootste druk MKB Het MKB ervaart men de grootste werkdruk tijdens de vakantie. Het merendeel van de ondervraagden uit deze sector vindt het noodzakelijk om bereikbaar te zijn in de vakantieperiode. Binnen het MKB wordt dit ook van vier van de tien ondervraagden verwacht. Dat is ruim anderhalf keer zoveel als het gemiddelde. Er wordt het minst doorgewerkt in de sector overheid en non-profit, het meest in de dienstensector.