2 juli 2006 -
Het merendeel van de werkende Nederlanders maakt zich niet druk over zijn carrière. Slechts één op de vijf werkenden stelt onomwonden dat carrière maken voor hem of haar erg belangrijk is. De overgrote meerderheid (86 procent) vindt dat geluk in het privé-leven veel belangrijker is. Slechts acht procent van de beroepsbevolking is bereid alles ondergeschikt te maken aan een succesvolle carrière.
Dit blijkt uit onderzoek door Interview-NSS in opdracht van De Telegraaf onder 500 respondenten uitgevoerd door Interview-NSS.
Minder werken
De Nederlander blijkt over het algemeen tevreden met zijn baan, maar heeft niet een al te hoog ambitieniveau. Het liefst werken we vier dagen per week (47 procent), ook mannen willen meer en meer parttime werken, en we willen nog steeds voor ons 65ste stoppen met werken. Bovendien zijn we erg gehecht aan de zekerheid van een 'vast contract' en willen we koste wat het kost vasthouden aan de bestaande ontslagbescherming.
Tevreden Op de vraag "Zou u blijven werken als u 5 miljoen euro zou winnen?" zijn de antwoorden verdeeld. 45 procent geeft zijn baan acuut op, 40 procent wil doorwerken. Vooral de groep tussen de 35 en 49 jaar zou bij het wegvallen van een economische noodzaak direct stoppen met werken. In deze groep bevinden zich ook de meeste werknemers die aangeven te werken voor het geld, ook al vinden ze hun werk niet leuk. Jonge starters op de arbeidsmarkt wisselen eerder van baan als zij het niet meer leuk vinden. Over het algemeen zijn we echter tevreden. 65 procent ziet nog voldoende uitdaging in zijn functie. Voor slechts zes procent is werken en dagelijkse kwelling en zeventien procent ziet totaal geen nieuwe kansen en uitdagingen in zijn werk.
Promotie Alle pogingen om meer vrouwen aan het werk en in hogere posities te krijgen ten spijt, blijft het belang dat wordt gehecht aan een carrière nog steeds een mannenaangelegenheid is. 34 procent van de mannen ziet kansen promotie te maken, bij vrouwen ligt dat percentage op 25 procent. Een op de vier mannen vindt het belangrijk om hogerop te komen, slechts veertien procent van de vrouwen deelt die mening. Langer doorwerken, niet zeuren en hard werken zijn volgens de Nederlander nog steeds de beste manieren om op te vallen bij het management. Ruim tweederde stelt dat goede prestaties en inzet een prima opstap zijn naar een betere baan. Daarnaast moet volgens 48 procent de benodigde kennis aanwezig zijn en helpt volgens 46 procent ervaring ook mee. Overigens is bijna een op de vier werknemers van mening dat slijmen bij de baas en ellebogenwerk effectieve manieren zijn om carrière te maken en heeft één op de vijf werknemers het idee het slachtoffer te zijn van ambitieuze collega's met weinig scrupules.
Money talks Hoewel we over het algemeen het liefst korter willen werken, zijn we wel bereid langer te werken als er een promotie aan vast zit. Van de jongeren in de leeftijd van 21-34 jaar is 46 procent bereid meer dan acht uren per dag te maken, mits ze daar wel extra voor worden beloond. Ouderen hebben heel wat minder animo voor extra uren, slechts 35 procent van deze groep is bereid langer door te werken tegen extra betaling. Een groep van 36 procent voelt sowieso niets voor langer werken. Zonder beloning daalt de motivatie om over te werken ook aanzienlijk. Vooral de jongeren willen geld voor hun inspanning zien. 28 procent van de jongeren weigert pertinent meer dan acht uur per dag te werken.
Scholing Scholing wordt gezien als een belangrijke factor in het verbeteren van de carrièremogelijkheden. Op de vraag wie daarvoor verantwoordelijk is stelt 87 procent van de werknemers duidelijk dat ze daar zelf voor moeten zorgen. Een deel vindt dat ook de werkgever (38 procent) en de overheid (vijf procent) hierin een rol hebben. Als de werkgever bijdraagt in de kosten is 85 procent bereid in zijn eigen tijd te leren. Zodra men zelf voor de kosten moet opdraven, daalt die bereidheid naar 41 procent. Slechts dertien procent van de werknemers wil absoluut geen studie volgen.
Lage verhuisbereidheid Opvallend is de geringe bereidheid tot verhuizen voor een betere baan. Slechts een kwart van alle werknemers laat alles achter voor een betere baan elders, terwijl de helft van alle werkenden het liefst blijft waar hij zit, ook al gaat dat ten koste van de carrière.
Ik voel me wel vaker een vreemde in dit land, en dit onderzoek sterkt mij in deze overtuiging: Nederlanders zijn slap en weten niet van aanpakken. We zouden wat meer op Amerika moeten lijken, waar ambitie geen vies woord is. Vinden we het dan gek dat we nooit een rpijs winnen met voetbal? Als je niet ambitieus bent verlies je altijd, ook op de werkvloer. De tijd van geitewollen sokken is echt voorbij. Wordt wakker nederland!
Mark
|
|
3
-
07
-
2006
|
14
:
36
uur
Zin er in hebben is toch wel het belangrijkste, ja. Voor de mensen die geen zin in hebben om hogerop te komen, misschien speelt het er daarbij juist om dat er dan meestal ook meer verantwoordelijkheid bij komt kijken?
Paul van Dongen
|
|
4
-
07
-
2006
|
09
:
37
uur
Waarom zouden we nog ambities hebben en carrière willen maken? Twee keer modaal is immers € 60.000, =. En er is altijd wel een opa of oma te vinden die op de kleinkinderen wil passen. Nu de noodzaak om carrière te maken niet meer zo aanwezig is, we hebben immers alles wat ons hartje begeerd, zijn het nog slechts de mensen met ballen die hun ambities in willen zetten om Nederland van de ondergang te redden.
Helaas zijn er blijkbaar nog maar weinig van deze kurken waar onze toekomstige kenniseconomie op moet gaan drijven. Misschien moeten we van Nederland maar een groot pretpark maken waar geluk in het privé leven optimaal tot bloei kan komen. Ik zie overigens nog wel een gat in de markt. Wat dacht u van een kwekerij van geraniums? Maar dan niet in Nederland.
E.M.C. Vrijens
|
|
4
-
07
-
2006
|
19
:
21
uur
Johan, als je de voetstappen van Amerika wilt gaan volgen heb je echt geen ambitie. Dan ben je een naloper, een goedkope slaaf van een systeem. Wil je een amerikaans systeem, dan moet je naar Amerika.
Een systeem is een schakeling van diverse eigenschappen. Nederland hoort zijn eigen systeem te hebben. Kijkend naar Europa, een systeem dat gericht is op Europese samenwerking. Wil je een beetje van dit en een beetje van dat, dan krijg je goulash.
Wat Nederland nodig heeft is dat het bedrijfsleven nog steeds de life-time-employment serieus moet nemen, ook al lijkt deze onmogelijk. De nederlander is nuchter; ik begrijp dat ze hun priveleven belangrijker vinden als hun carriere. Is toch ook goed zo. Wie wilt er nota bene nog verhuizen voor een tijdelijke baan. Misschien interessant voor top-managers, maar voor de modale schakel?
Belangrijk is voor het bedrijfsleven dat ze inspelen op deze behoefte van de bevolking. Als ze het beste uit de mensen willen halen moeten ze dan ook de wensen nakomen. De nederlander is een arbeidskracht om trots op te zijn, je moet alleen de gebruikshandleiding van te voren doornemen. Goede opvang, opvang op bedrijf (of in samenwerking met een paar bedrijven), (deels) betaalde ouderschapsverlof, flexibile werktijden (ook ten gunste van werknemer) en zo kan ik nog enkele opnoemen.
Goede voorwaarden zijn in Nederland essentieel voor motivatie net zoals prestatiebeloning, alleen moet je deze in mijn mening zo min mogelijk individueel geven, maar als team.
De nederlander is een mijn ogen dus zeker ambitieus. Het bedrijfsleven is ook ambitieus. Degen die in mijn mening niet ambitieus zijn is de overheid. Wat mijn bijvoorbeeld vandaag kwaad gemaakt heeft is de invoer van een (straf)punten-systeem voor chauffeurs in Tjechie. Bij 12 strafpunten wordt een rijbewijs ingevorderd. Een overtreding met de schijf zijn 6 punten. Dus twee keer overtreden en je bent je rijbewijs kwijt (hopen dat je geld hebt voor een nieuw), baan kwijt, werkeloos, lading is te laat, boete voor expeditie, misschien staat produktie stil, etc. Zo'n regels worden ook in Nederland verzonnen.
Mijn conclussie is dus dat het succes van het bedrijf dermatig door de overheid beinvloed wordt dat dit ten koste gaat van de (AMBITIE) van de werknemer.
Johan
|
|
5
-
07
-
2006
|
08
:
44
uur
@ Vrijens
Ik ben dol op goulash, zeker als het lekker pittig wordt bereid. Voor het overige is het natuurlijk onzin om te zeggen dat het niet ambitieus is om een uiterst ambitieus land tot voorbeeld te nemen. Het een-op-een kopieren van het Amerikaanse systeem is daarbij natuurlijk totaal niet aan de orde. Ik ben het voor de rest trouwens totaal met u eens: de overheid laat in ons land meer dan een steekje vallen. Het is tijd voor een partij van ondernemers die de zaken eens totaal anders aanpakt: weg met alle regels voor het bedrijfsleven. We moeten niet meer het beste jongetje van de klas willen zijn. Waar gehakt wordt vallen nu eenmaal spaanders, en dat is uiteindelijk in het belang van Nederland. En daar gaat het toch om.