2 juli 2006 -
Als het aan het UWV ligt, betalen werknemers en werkgevers volgend jaar flink lagere premies voor de WW en arbeidsongeschiktheid. De fondsen waaruit de uitkeringen worden betaald, beschikken namelijk over enorme reserves. Het UWV stelt voor de meeste premies in fasen te verlagen. De uitkeringsinstantie schrijft dit in een advies aan demissionair minister Aart Jan de Geus van Sociale Zaken.
Drastische verlaging De werkloosheidspremie (WW-premie) kan volgend jaar al drastisch omlaag van 8,65 procent naar 3,45 procent. Het UWV maakt geen onderscheid tussen het werkgevers- en het werknemersdeel van de premie. Met andere woorden: het is aan de minister om te beslissen wie er het meest van een eventuele premiedaling profiteert: de werkgever of de werknemer.
Strengere regels Volgens het UWV is de premieverlaging mogelijk dankzij de aantrekkende economie. Het aantal werklozen neemt af, waardoor er minder WW-uitkeringen betaald hoeven worden. Ook ontvangen werklozen door strengere regels die het kabinet heeft ingevoerd minder snel en minder lang een uitkering. Ook het aantal uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid neemt als gevolg van de nieuwe, strengere wetgeving (WIA) sterk af.
Onzeker Het is niet zeker of demissionair CDA-minister Aart Jan de Geus (Sociale Zaken) het advies van het UWV overneemt. In het verleden hield het kabinet de fondsen graag op sterkte omdat die een positieve invloed hebben op de omvang van het begrotingstekort zoals de Europese Unie dat voor Nederland uitrekent. Wel zegde De Geus in april al toe dat de WW-premie omlaag zou gaan, maar toen ging het om een verlaging van slechts 1 procent, aanzienlijk minder dan het UWV nu voorstelt.