12 februari 2006 -
Na een tijdelijke kentering in 2003, is de houdbaarheid van bestuursvoorzitters de laatste twee jaar weer aanzienlijk bekort. Bij respectievelijk 16 en 18 procent van de 200 grootste Amerikaanse ondernemingen werd in 2004 en 2005 de ceo vervangen. De uitgezwaaide topmanagers konden wel rekenen op een goudgerande vertrekpremie.
Dat blijkt uit onderzoek van beloningsconsultant Steven Hall & Partners. De bestuurswisselingen van de afgelopen twee jaar zijn geen record. Die werd gevestigd in 2000 toen ruim een vijfde (21 procent) van alle bestuursvoorzitters zijn baan verloor.
'Filantroop' Ongeveer de helft van de vertrekkende bestuurders kon rekenen op een ruimhartige vetrekpremie. Met name ceo's die onder druk van de Raad van Commissarissen het veld moeten ruimen, hebben flink gecasht. Phillip Purcell, voormalig ceo van Morgan Stanley, kreeg 44 miljoen dollar in contanten mee en Carly Fiorina, voormalig ceo van Hewlett Packard, ontving 14 million dollar. Bovendien hebben beide hun pensioen weten veilig te stellen. De 'filantroop' Purcell wist bovendien te bedingen dat zijn ex-werkgever jaarlijks 500.000 dollaar aan goede doelen zal geven. Uit naam van Purcell zelf.
Excessieve vertrekregelingen Net als in Nederland is in de VS beroering ontstaan over hoge vertrekpremies. In de Amerikaanse variant op de code-Tabaksblat is onder meer afgesproken dat vertrekkende ceo's niet meer dan drie keer hun jaarsalaris als vertrekpremie mee kunnen krijgen. Veel grote bedrijven, waaronder Coca-Cola, Union Pacific en Hewlett Packard hebben zich hieraan gecommitteerd. Excessieve vertrekregelingen moeten hiermee ook in de VS tot het verleden gaan behoren.