Overwerkers en carrièreplanners komen niet aan de top
7 februari 2006 -
Wie de top wil bereiken in organisaties, moet kansen grijpen en vooraf niet teveel nadenken over zijn carrière. Ook veel overuren draaien helpt niet bepaald om promotie te maken. Dat blijkt uit het gisteren verschenen boek Op naar de top van Jeroen Bertrams. In het boek geven diverse Nederlandse topmanagers hun visie op management en leiderschap.
Bertrams sprak daarvoor onder meer met de bestuurdsvoorzitters van TNT, KPN, Randstad, Aegon en Ahold.
Buiten hun kaders Uit de gesprekken Bertrams met de captains of industry voerde blijkt dat mensen die initiatief en verantwoordelijkheid nemen kunnen rekenen op een snelle groei binnen bedrijven. Ook als deze initiatieven geen succes opleveren. De topmanagers geven de voorkeur aan managers die buiten hun kaders durven treden.
Veel uren maken Managers die hard werken – in de vorm van veel uren maken – krijgen lang niet altijd voorrang bij promotie. Een ruime meerderheid van de geïnterviewde bestuursvoorzitters stelt dat goede managers hun werk binnen veertig uur af moeten kunnen hebben. Mensen die beweren dat ze het vaak druk hebben, en daarover klagen, maken zelfs geen enkele kans op vooruitgang binnen bedrijven. Bestuursvoorzitters kijken vooral naar datgene wat managers presteren, en veel minder naar wat ze zeggen of van plan zijn.
Carrièreplanning Carrièreplanning lijkt geen goed ticket naar de top. De topmanagers raden managers af een loopbaan vooraf uit te stippelen. Dat is volgens hen een te geforceerde weg. Volgens auteur Jeroen Bertrams lopen deze managers het risico kansen mis te lopen: "Als een kans niet past binnen het vooraf bedachte plaatje, pakken ze deze niet. Daarmee beperken ze hun potentiële groei."
Een verhaal naar mijn hart. Uiteindelijk doet iedereen waar hij/zij goed in is. Er zijn teveel mensen/managers, met een droom die niet past bij wie ze zijn en wat ze kunnen.