12 januari 2006 -
Franse topmanagers zijn autocratisch en dulden geen tegenspraak, Britse bazen houden van debat en Duitse leiders zijn sociaal betrokken. Dat zijn in een notendop de verschillen in leiderschapstijlen in de drie grootste landen van de Europese Unie.
Dat blijkt uit een studie onder 200 bedrijven van de consultancyfirma DDI. Daaruit blijkt dat er grote verschillen zijn in de stijl van leidinggeven in deze drie landen. Bazen in het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland worden door de onderzoeker respectievelijk aangeduid als meritocraten, autocraten en democraten.
Vrijheid Franse leiders hechten sterk aan autonoom optreden. 65 procent van de ondervraagde Franse managers vindt het prettigst van leidinggeven de vrijheid om beslissingen te nemen met een minimum aan bemoeienis van anderen. Bij Duitse bazen is dat slechts 45 procent en bij de Britse 39 procent. Een Franse manager merkte op: "Ik vind het prettig dat ik besluiten kan nemen, zonder met anderen te hoeven overleggen."
Collega's Een gevolg van het autonome leiderschap is, zo stellen de onderzoekers, dat Franse managers niet goed in staat zijn hun directe collega's goed in te schatten. Maar 49 procent vindt dat ze dat goed kunnen. In Duitsland ligt dat percentage op 64 en in het Verenigd Koninkrijk zelfs op 90.
Tegenspraak Britse leidinggevenden vinden het juist prettig als ze tegenspraak krijgen. Maar liefst 96 procent van de Britse manages gaat graag in debat. In Duitsland is dat 52 procent en Frankrijk 29 procent. Britse leiders vinden ook dat ze nog elke dag weer nieuwe dingen leren. Franse leiders vinden daarentegen in meerderheid dat ze reeds alle geestelijke bagage hebben om effectief te besturen.
Status Zowel Britse als Duitse managers vinden het ontwikkelen van talent het leukste aspect van hun werk. Slechts 14 procent van de Franse managers houdt hier erg van. De Fransen gaat het meer om het krijgen van erkenning, status en waardering. In Duitsland is dat aanzienlijk minder en voor Britse managers telt dat vrijwel helemaal niet mee als belangrijke drijfveer.
Sociaal betrokken De Duitse managers zijn het meest sociaal betrokken. De helft van de Duitse managers vindt het moeilijk om beslissingen te nemen die gevolgen hebben voor het personeel. Britten en Fransen zitten daar met 28 en 20 procent veel minder mee.
Falen Over één ding zijn de Britten, de Fransen en de Duitsers het wel eens. Het ergste aan leider zijn is het risico om te falen. Britse managers lijken het meest in staat om hieruit lering te trekken en weer opnieuw te beginnen, terwijl de Duitsers meer angst hebben dat fouten maken slecht zal uitpakken voor de eigen carrière.
De aanduidingen voor bazen in de UK, Frankrijk en Duitsland als 'meritocraten, autocraten en democraten' lijken goed gekozen en zijn in ieder geval goed te onthouden.
Toch geeft de gekozen simplificatie complicaties. Als we alleen voor de engelsen spreken van een ''meritocratie'' - kort gezegd een maatschappij waarin positie niet meer door afkomst wordt bepaald, maar door capaciteiten (talenten en verdiensten) - dan zou blijkens het onderzoek deze aanduiding evenzeer opgaan voor de duitse bazen - zij zijn immers ook gemotiveerd om te investeren in talent.
Het zou interessant zijn om de uitkomsten van dit onderzoek eens te vergelijken met de cultuurdimensies van de verschillende betrokken nationale culturen van de 3 landen, bijv. die van Trompenaars en Hofstede.
Trompenaars spreekt bijv. van de cultuurdimensie 'achieved vs. ascribed status': krijg je status o.b.v. wat je doet en presteert ('doing') of juist o.b.v. je achtergrond ('being'). In de UK is achievement stukken belangrijker dan ascription (75), in Duitsland is dat weliswaar minder maar ook nog in overwegende mate het geval(61) en in Frankrijk is het inderdaad nog minder (55). Het lijkt juister om zowel de UK als Duitsland meritocratisch te noemen t.o.v. Frankrijk.
Van de cultuurdimensies van Hofstede is bijvoorbeeld de dimensie machtsafstand (Power Distance Index PDI) relevant: Frankrijk heeft inderdaad een beduidend hogere PDI dan Duitsland en de UK (68 t.o.v. 35). De term 'autocratie' lijkt daarmee goed gekozen.
Volgens het onderzoek is de grootste overeenkomst tussen de bazen uit de 3 landen te vinden in risicoaversie (afkeer van het risico om te falen). Hier zouden we de link kunnen maken met een andere cultuurdimensie: uncertainty avoidance (UAI). Hier zien we een interessant verschil met het onderzoek: er is wel degelijk een groot verschil in UAI tussen Duitsland (relatief hoge onzekerheidsvermijding +UAI nl. 65 - Frankrijk ligt met 86 nog hoger) en de UK (relatief lage onzekerheidsvermijding -UAI nl. 35). Helemaal interessant wordt het als we de dimensies PDI en UAI gaan clusteren voor de 3 landen: dan komen we tot typische nationale bedrijfsculturen.
De UK: - PDI & - UAI: een op competitie & prestaties gerichte cultuur, de 'guided missile' cultuur
Duitsland: - PDI & + UAI: een op ordening & rollen gerichte cultuur, de 'Eiffel tower' cultuur
Frankrijk: + PDI + UAI: een op hiërarchie gerichte cultuur, de 'solar system' cultuur
Cultuuronderzoek wijst inderdaad op het belang van nationale cultuurverschillen voor de bedrijfsculturen en leiderschapsstijlen die we aantreffen bij de bazen. Er is echter één factor die nog bepalender is voor de stijl die de baas hanteert: het samenspel tussen persoonlijkheid en de eerste cultuuromgeving waarmee de baas in aanraking komt: het gezin waaruit hij/zij afkomstig is.
Als we echt willen weten wat de verschillende leiderschapsstijlen in Europa zijn, dan moeten we vooral vragen: 'wie is je vader & wie is je moeder'?