Nederlander gelooft reclame met statistisch bewijs sneller
18 december 2005 -
Reclameteksten die tot doel hebben om consumenten te overtuigen van het nut van een product werken het best als er statistische bewijzen bij worden vermeld. Althans bij Nederlanders. Fransen geloven een reclame eerder als een expert (bijvoorbeeld een professor) zich er sterk voor maakt.
Dat blijkt uit promotieonderzoek van Jos Hornikx, waarop hij volgende maand promoveert aan de Radbout Universiteit in Nijmegen. Hij onderzocht het effect van overtuigende teksten op Nederlanders enerzijds en Fransen anderzijds.
Bewijsvoering In het algemeen geldt dat overtuigende teksten zoals reclame effectiever zijn als er bewijsvoeringen in de argumentatie zijn opgenomen. Bewijsvoeringen zijn bijvoorbeeld statistisch cijfermateriaal, anekdotes ('Sinds Johan dagelijks product X gebruikt, verliest hij minder haar'), verklaringen ('Product X maakt gebruik van de natuurlijke elasticiteit van Arabische gom') of meningen van experts.
Cultuurafhankelijk Welk argument het beste werkt, dat is cultuurafhankelijk, zo blijkt uit het onderzoek van Hornikx. Nederlanders en Fransen verschillen in hun voorkeur en gevoeligheid voor verschillene soorten bewijzen. Nederlanders zijn gevoeliger voor statistische bewijzen, terwijl Fransen eerder een deskundige geloven.
Ter zake kundig Franse consumenten zijn zelfs zo gevoelig voor de mening van deskundigen met een hoge status, dat het niet uitmaakt of zij ter zake kundig zijn of niet. Aan de mening van een arts die een grasmaaier aanprijst wordt dus evenveel waarde gehecht als die van een ervaren tuinman. Nederlanders hechten in zo'n geval wat meer waarde aan de mening van de laatste.