Werkende Nederlander wil in 2023 vooral bezuinigen
Een hoger salaris is voor 42 procent de belangrijkste reden om van baan te wisselen
6 januari 2023 -
Ruim een kwart van alle werkende Nederlanders verwacht moeite te hebben om rond te komen in 2023. En maar liefst de helft van hen maakt zich zorgen over de financiële toekomst. Ruim 80 procent is van plan in 2023 te bezuinigen op de uitgaven. Dit zijn enkele in het oog springende uitkomsten van het grote Nieuwjaarsonderzoek van BeFrank.
Het onderzoek geeft ook aan dat bijna een kwart van alle werkende Nederlanders in het nieuwe jaar streeft naar een betere balans tussen werk en privé. Dit voornemen kwam ook in voorgaande jaren naar voren.
Voor de vijfde keer op rij hield BeFrank haar Nieuwjaarsonderzoek onder ruim duizend werkende Nederlanders in loondienst van 25 jaar en ouder. Waren het in 2020 en 2021 vooral de gevolgen van de pandemie die werknemers bezighielden, voor het komende jaar is men vooral bezorgd over de financiën. Vooral respondenten met een eenpersoonshuishouden maken zich zorgen over rondkomen in 2023. Te weten 35 procent van hen tegenover 25 procent van de ondervraagden met een meerpersoonshuishouden. Gesplitst naar scholing vreest 36 procent met een lage opleiding voor financiële problemen in 2023 tegenover zestien procent met een hoge opleiding.
Voornemens 2023
Naast zorgen zijn er ook goede voornemens. Zoals een opleiding volgen via werk of gezonder leven. Net als andere jaren staat het voornemen een betere balans tussen werk en privé te vinden op de eerste plaats. Ruim een kwart van de ondervraagden wil daar (opnieuw) mee aan de slag. In de leeftijdscategorie 30–39 leeft dat voornemen het sterkst.
Top vijf goede voornemens voor 2023 op werkgebied
Betere balans tussen werk en privé
Via werk een cursus, training of opleiding volgen
Gezonder leven op het werk zoals vaker de trap nemen en minder snoepen
Om salarisverhoging vragen
Meer tijd overhouden voor sociale contacten buiten het werk
Financiële toekomst
Gevraagd naar de eigen financiële toekomst, is het beeld somberder dan eerdere jaren. Ruim de helft van de ondervraagden maakt zich meer zorgen over de eigen financiële toekomst dan voorheen. Met name vrouwen (56 procent) tegenover mannen (47 procent). Bijna vier op de tien respondenten zet bewust geld opzij voor pensioen, naast de eventuele pensioenopbouw via de werkgever. Op de korte termijn verwachten de meesten hun baan te behouden. Bijna negen procent is bang zijn baan te verliezen in 2023.
Bezuinigen
Ruim 80 procent van de ondervraagden wil in 2023 bezuinigen. De verwarming lager zetten staat bovenaan met bijna 60 procent. Gevolgd door besparen op boodschappen en uit eten gaan (35 procent). Wat opvalt is dat slechts twintig procent wil bezuinigen op uitgaven voor de auto terwijl dat eerder verschil maakt dan korter douchen dat 40 procent van de ondervraagden zich voorneemt. Een vijfde kiest er bewust voor niet te bezuinigen. Terwijl een trui of slimmer omgaan met de thermostaat - met behoud van comfort - al flink verschil kan maken.
Gemotiveerd
"Het is extra zuur dat na de beperkingen van de pandemie, nu veel Nederlanders met financiële problemen geconfronteerd worden. Of zich daarover zorgen maken," zegt Jan Hein Rhebergen, commercieel directeur van BeFrank. "Wel klinkt het hoopgevend dat veel mensen maatregelen nemen om de eventuele tegenvallers zo goed mogelijk op te vangen." Mensen die extra salarisverhoging of extra inkomen in 2023 krijgen, willen dat gebruiken voor sparen of beleggen. Of om hogere of onvoorziene kosten op te vangen.
Pensioenvoorwaarden
Van alle ondervraagden geeft ruim de helft (51 procent) aan dat ze de pensioenvoorwaarden mee zou nemen bij salarisonderhandelingen als ze een nieuwe baan zouden krijgen. Terwijl bij het onderzoek in 2020 dit percentage duidelijk lager lag, namelijk 45 procent. "Deze ontwikkeling juichen we toe," zegt Rhebergen. "Het is belangrijk dat steeds meer mensen aandacht geven aan hun inkomen voor later. En een helder beeld van de pensioenopbouw wensen."
Overige feiten
Vooral mannen (twintig procent) gaan in 2023 voor een salarisverhoging, tegenover vijftien procent van de vrouwen. En vooral jongere mensen (respectievelijk 27 procent onder de 30 jaar en 24 procent tussen de 30 en 39 jaar) tegenover tien procent oudere werknemers tussen de 50 -59 jaar).
Zo’n acht procent wil een vergelijkbare functie bij een ander bedrijf zoeken.
Een hoger salaris is voor 42 procent de belangrijkste reden om van baan te wisselen.
Bijna een derde van de mensen (30 procent) weet precies hoeveel inkomen ze overhouden na pensionering.
70 procent vindt het belangrijk dat hun werk betekenisvol is en dus waarde toevoegt aan de maatschappij.
Het werkplezier in 2022 wordt gemiddeld beoordeeld met een dikke 7. Net iets hoger dan vorig jaar toen vier op de tien aangaf dat het werkplezier verminderd was door de pandemie.