Duurzaamheidsrapportages beursgenoteerde bedrijven nog te vaak oppervlakkig
Duurzaamheidsrisico’s op het gebied van mens en milieu belangrijker geworden
26 augustus 2022 -
Beursgenoteerde ondernemingen in Europa integreren duurzaamheid steeds meer in hun risicogovernance processen, maar de gerapporteerde informatie blijft nog te vaak oppervlakkig. Om het risico op ‘greenwashing’ te verkleinen, zou een mix van zachte en harde wetgeving verschil kunnen maken. Dat concludeert Steffie van den Bosch in het proefschrift dat ze op 31 augustus 2022 verdedigt aan Tilburg University.
Ze ontwikkelde een handzaam kader voor een integrale aanpak van duurzaamheid in de risicogovernance.
Het risicolandschap voor ondernemingen is de laatste jaren aanzienlijk veranderd: duurzaamheidsrisico’s op het gebied van mens en milieu zijn de belangrijkste geworden. Wanneer een onderneming onvoldoende in staat is om deze risico’s in kaart te brengen en te managen, zal dit grote gevolgen hebben en kan zelfs het bestaan van de onderneming in gevaar komen. De publieke transparantie speelt hierbij ook een grote rol, onder meer als het gaat om het vertrouwen in grote bedrijven. Het is niet zozeer de vraag of en waarom (grote) ondernemingen een rol spelen in de transitie naar een duurzame toekomst, het is nu vooral de vraag 'hoe', stelt Steffie van Den Bosch.
De promovenda, gespecialiseerd in ondernemingsrecht, onderzocht hoe grote beursgenoteerde bedrijven in Europa omgaan met duurzaamheidsrisico’s, welke rol de regelgeving daarbij speelt, en wat nog kan worden verbeterd.
Integrale aanpak
Op basis van uitgebreid literatuuronderzoek ontwikkelde Van den Bosch een kader voor een integrale aanpak van het integreren van duurzaamheid in risicogovernance, bedoeld voor zowel ondernemingen als beleidsmakers. Verschillende facetten binnen de risicogovernance hangen namelijk met elkaar samen, terwijl die nog onvoldoende systematisch worden ingezet. Zo is niet enkel het risicomanagement van belang, maar ook de visie en strategie, toezicht en verantwoording op bestuursniveau, stakeholderbetrokkenheid en transparantie. Een integrale aanpak zorgt ervoor dat ondernemingen op de lange termijn zogenaamde externaliteiten, zoals milieuvervuiling en slechte werkomstandigheden, daadwerkelijk internaliseren in hun bedrijfsvoering.
Inhaalslag
Van den Bosch analyseerde ook de publieke jaarrapportages, waaronder jaarverslagen en duurzaamheidsverslagen, van 58 beursgenoteerde ondernemingen in Europa over een periode van zes jaar (2014-2019). Daaruit blijkt dat deze ondernemingen in toenemende mate duurzaamheid integreren in hun risicogovernance processen. Met name de ondernemingen die in 2014 nog achterbleven ten opzichte van de voorlopers, hebben vanaf 2017 een inhaalslag gemaakt na de introductie van bepaalde rapportageverplichtingen en aanvullende richtlijnen.
Te oppervlakkig
Tegelijkertijd is er ruimte voor verbetering. De gerapporteerde informatie blijft nog te vaak oppervlakkig, bijvoorbeeld als het gaat om het duurzaamheidsbeleid en concrete doelen van de onderneming, het beoordelen van de risico’s en het rapporteren over kansen gerelateerd aan duurzaamheid. De rapportages zouden nog meer gebaseerd moeten worden op concrete informatie en afgestemd op de specifieke onderneming. Dat zou het risico op ‘greenwashing’ verkleinen.
Wetgeving
Wetgeving zou daarom gericht moeten zijn op zowel de vorm als de inhoud van de publieke verslaggeving, met een slimme mix van harde en zachte wetgeving. De voorgestelde initiatieven op het gebied van verplichte ‘due diligence’ alsook de European Sustainable Reporting Standards zoals voorzien in de nieuwe richtlijn inzake duurzaamheidsverslaggeving zijn volgens Van den Bosch eerste stappen in de goede richting. Daarnaast zouden Corporate Governance Codes volgens haar nog aangescherpt kunnen worden.
Promotie Steffie van den Bosch LLM MSc promoveert op 31 augustus 2022 om uur in de aula van Tilburg University. De promotie is ook te volgen via een livestream. Titel proefschrift: ‘Business at risk: The governance and disclosure of sustainability risks’. Promotor: prof. dr. C.F. van der Elst, co-promotor: dr. A.J.F. Lafarre MSc.