Meer preventie nodig om stijgende trend van mensen met burn-outsymptomen om te buigen
Beleid nodig dat zich richt op preventie en duurzame inzetbaarheid
31 mei 2022 -
Hoewel de meeste werknemers en zelfstandige ondernemers gelukkig geen last hebben van burn-outsymptomen, groeit de groep mensen die er wel mee te kampen heeft. Ruim één op de tien werknemers (13,6 procent) en zelfstandige ondernemers (twaalf procent) signaleert burn-outklachten. Deze mensen zijn wel aan de slag maar functioneren niet meer zo goed op en naast de werkvloer.
Ze hebben het moeilijk om hun job tegen het einde van de werkdag goed te blijven uitvoeren en kunnen zich moeilijk concentreren buiten het werk. Dat blijkt uit de driejaarlijkse Werkbaarheidsenquête van de SERV/Stichting Innovatie & Arbeid bij 13 160 werknemers en 2 882 zelfstandige ondernemers. Niet iedereen heeft evenveel last van burn-outsymptomen: er zijn uitgesproken verschillen naargelang geslacht, leeftijd, beroepsgroep en sector. Meer preventie moet deze mensen ondersteunen en ervoor zorgen dat ze niet effectief uitvallen. Het is dus niet toevallig dat de Vlaamse sociale partners voor een sterk luik rond werkbaar werk en duurzame inzetbaarheid pleiten in het Werkgelegenheidsakkoord Iedereen nodig, iedereen mee.
Hans Maertens, voorzitter SERV: "Burn-outsymptomen zijn in de eerste plaats slecht nieuws voor de betrokkene zelf maar ook de onderneming waar deze mensen werken, heeft er last van. Bij een krappe arbeidsmarkt is bovendien iedere uitval er één te veel. Het is belangrijk dat we alert blijven voor burn-outsymptomen en inzetten op de werkbaarheid van jobs. Dat is meteen ook één van de vier pijlers van het Werkgelegenheidsakkoord waarmee de Vlaamse sociale partners de krapte op de arbeidsmarkt willen tegengaan en mensen duurzaam aan het werk willen houden."
Stijgend aantal mensen heeft last van burn-outsymptomen
Op basis van de cijfers van de Vlaamse Werkbaarheidsmonitor 2019 rapporteert 13,6 procent van de werknemers en 12,0 procent van de zelfstandige ondernemers burn-outsymptomen. Dat komt overeen met ca. 320.000 werknemers en 44.000 zelfstandige ondernemers. De meting dateert van vóór de coronacrisis maar alles wijst erop dat de problematiek van burn-out zich anno 2022 minstens even scherp stelt.
In de periode 2004-2019 is het aandeel werknemers met burn-outsymptomen toegenomen van 10,2 procent naar 13,6 procent. Het aandeel zelfstandige ondernemers met burn-outsymptomen is in de periode 2007-2013 gedaald van 13,0 procent naar 10,2 procent. In de metingen van 2016 en 2019 zien we wel een stijging maar die is niet statistisch significant.
Burn-outsymptomen bij werknemers: geen enkele sector blijft gespaard maar meest uitgesproken in zorg- en onderwijsfuncties
Burn-outsymptomen komen niet bij elke deelgroep op de arbeidsmarkt evenveel voor. Opvallend is dat de gezinssituatie weinig impact heeft op de gemeten burn-outsymtomen bij werknemers. Dat is ook niet het geval voor opleidingsniveau en deeltijds of voltijds werken. Vrouwelijke werknemers rapporteren meer burn-outsymptomen dan mannen (15,2 procent tegenover 11,7 procent) en er zijn ook verschillen naar leeftijd, beroepsgroep en sector. Burn-outsymptomen komen het meest voor bij zorgmedewerkers (15,2 procent) en mensen die werken in het onderwijs (21,1 procent).
Burn-outsymtomen bij zelfstandige ondernemers: vooral bij lager geschoolden en in sectoren bouw en horeca
Het beeld bij zelfstandige ondernemers verschilt van dat bij werknemers. Of de zelfstandige ondernemer nu een man of vrouw is, hoe de gezinssituatie is en welke groeiverwachtingen de ondernemer heeft voor de eigen zaak heeft geen invloed op burn-outsymptomen. Wat betreft leeftijd zijn het vooral de dertigers die meest last hebben van burn-outsymptomen (16,6 procent). Verder zien we hogere percentages bij laaggeschoolden (17,0 procent) en in de sectoren bouw (16,9 procent) en horeca (16,1 procent).
Meer aandacht nodig voor duurzame inzetbaarheid
Werknemers met burn-outsymptomen zijn minder inzetbaar. Ze verdienen de nodige aandacht want ze zijn regelmatiger en langduriger afwezig. Bovendien overwegen ze vaker ander werk te zoeken en achten ze zich minder in staat om in de huidige job door te werken tot aan hun pensioen. Dat laatste geldt ook voor zelfstandige ondernemers. Zelfstandige ondernemers met burn-outsymptomen zijn bovendien vaker ontevreden met hun keuze voor het ondernemerschap.
Om deze burn-outsymptomen tegen te gaan, is een beleid nodig dat zich richt op preventie en duurzame inzetbaarheid. Er zijn extra maatregelen nodig om te hoge werkdruk en emotionele belasting in te perken. Ook de rol van de direct leidinggevende en voldoende autonomie en afwisseling, geen te zware fysieke belasting en niet steeds geconnecteerd zijn, zijn elementen van oplossing in het preventieverhaal.
Voor de zelfstandige ondernemers kunnen factoren als adequate managementsopleidingen, ondersteuning van sociale netwerken maar ook aandacht voor de fysieke belasting en de afwisseling het ontwikkelen van burn-outsymptomen mee helpen beperken.
In het Werkgelegenheidsakkoord Iedereen nodig, iedereen mee[PDF] dat de Vlaamse sociale partners einde maart 2022 afsloten, stellen ze naast maatregelen om meer mensen aan het werk te krijgen ook verschillende acties voor om mensen duurzaam aan het werk te houden. De Vlaamse sociale partners hopen de komende weken daarover een VESOC-akkoord met de Vlaamse Regering af te sluiten. Zo komen o.a. bijkomende maatregelen voor duurzame inzetbaarheid en werkbaar werk in zicht.