Bedrijfsleiding en werknemers verschillen onderling sterk van mening over de toekomst van werk
79 procent van de organisaties denkt dat werknemers liever op kantoor werken
16 november 2021 -
NTT Ltd publiceert het Global Workplace Report 2021 dat inzicht geeft in de toekomst van werk tegen de achtergrond van bedrijven die zich voorbereiden op de post-pandemische realiteit. In het rapport staat dat leidende bedrijven aanzienlijk tevredener zijn dan hun werknemers over hoe ze zich hebben aangepast aan de nieuwe werknormen.
Tevens benoemt het rapport de behoefte aan een duidelijker organisatorisch inzicht in wat werknemers nodig hebben voor hun werkplek.
Gedeelde meningen en uiteenlopende vooruitzichten
Uit 1.146 interviews, waarvan 315 interviews in Europa, waaronder Nederland, bleken de respondenten bijna unaniem van mening dat werken op afstand voor nieuwe uitdagingen heeft gezorgd: 74 procent van de respondenten zegt dat het rendement van de organisatie op de proef heeft gesteld, 76 procent geeft aan dat het uitdagend was voor werknemers en 63 procent van de HR managers denkt dat het werknemerswelzijn tijdens de pandemie is verslechterd.
Bewustzijn van het probleem vertaalt zich echter niet altijd in een realistische beoordeling van de mogelijkheden van de organisatie. In vergelijking met operationeel personeel zijn CEO´s 20 procent meer geneigd om te geloven dat hun organisatie zeer doelmatig is in het managen van de werktijden, 28 procent meer geneigd zijn te geloven dat ze effectief zijn in het voorkomen van een burn-out en 41 procent meer geneigd zijn zeer tevreden te zijn met de employee experience van hun organisatie.
Deze kloof in bewustwording laat een ernstig gebrek aan vertrouwen zien bij werknemers: slechts 38 procent zegt dat hun werkgever volledig om hun gezondheid en welzijn geeft en 23 procent zegt dat ze tot volle tevredenheid aan het werk zijn.
Opvallende herwaardering van werk en privéleven
Onderliggend aan het verschil in tevredenheid tussen werkgevers en werknemers laat het onderzoek een aanzienlijke mate van diversiteit in attitudes zien ten opzichte van hun eigen toekomstige werkvoorkeuren.
Uit de gegevens van de Voice of the Employee (VoE) blijkt dat wanneer werknemers de keuze hebben tussen thuiswerken, hybride werken of werken op kantoor, ze relatief hetzelfde denken over de drie opties, namelijk 30 procent, 30 procent en 39 procent.
Deze bevinding staat haaks op de door 79 procent van de organisaties gedeelde overtuiging dat werknemers de voorkeur aan werken op kantoor geven, terwijl in feite slechts 39 procent van de werknemers fulltime op kantoor wil werken.
"Momenteel gaat het vraagstuk alleen maar over werken op afstand, maar in werkelijkheid zijn de behoeften van werknemers veel gecompliceerder en als organisaties er niet in slagen dit vraagstuk goed te beoordelen en een goede actie hierop te laten volgen, kan het een serieus risico vormen," zegt Alex Bennett, Global Senior Vice President, GTM Solutions bij NTT Ltd. "Dit zijn geen milde voorkeuren: we hebben ontdekt dat de balans tussen werk en privéleven en de reistijden nu de twee grootste factoren zijn waar mensen naar kijken als ze nadenken over waar ze gaan werken. Dus als bedrijven goed presteren op het gebied van personeels- en werkplekstrategie, heeft dit een echt concurrentievoordeel."
De noodzaak om het goede voorbeeld te geven
Handelen op basis van een duidelijk beeld van de verwachtingen van werknemers wordt bemoeilijkt door een gebrek aan duidelijke data en inzichten. Als we kijken naar de prioriteiten, dan zien we de volgende percentages: 44 procent van de onderzochte organisaties noemen VoE (Verification of Employment) als belangrijkste aandachtspunt, in de tweede plaats op de voet gevolgd door workplace analytics (43 procent). Desondanks heeft slechts 37 procent van de organisaties gestructureerde VoE-programma's en 31 procent maakt gebruik van real-time sentimentanalyse, vergeleken met 49 procent die werknemersenquêtes gebruikt.
Het onderzoek toont ook aan dat het toepassen van dit soort data voor het verbeteren van de werknemerservaring veel verder moet gaan dan dagelijkse verbeteringen van het leefklimaat; met 40 procent is het doel en de waarden van een bedrijf nu de op twee na belangrijkste factor voor de keuze van een werkgever. Op dit gebied zitten werknemers en bedrijfsleiders op één lijn: 85 procent is het ermee eens dat doelstellingen op het gebied van milieu, maatschappij en ondernemingsbestuur (ESG) een centrale plaats innemen in het beleid van de organisatie.
"Ik zou dit willen zien als een oproep om ons denken te verschuiven van acties naar uitkomsten," concludeert Bennett. "Wat belangrijk is, is niet wat we doen om de werkplek te verbeteren, maar hoe het de werknemers daadwerkelijk ten goede komt - en een organisatie kan dat niet weten zonder een gedegen aanpak om het sentiment van werknemers te meten. Verrassend genoeg zegt tweederde van de werknemers dat ze nog niet over alle tools beschikken die ze nodig hebben om thuis te werken en slechts 45 procent van de organisaties zegt dat ze zeer tevreden zijn dat hun kantoorruimten klaar zijn voor hybride werken. Niettemin is 80 procent van de organisaties van plan hun kantoorruimte in de komende twaalf maanden aan te passen om een omgeving van innovatie en sociale verbondenheid te stimuleren. Het is duidelijk dat men zich bewust is van het feit dat onvolwassen personeelsstrategieën zullen leiden tot ontevredenheid onder werknemers en dat een werkomgeving gebaseerd moet zijn op wat mensen daadwerkelijk nodig hebben."