CEO’s roepen op tot doortastend overheidsoptreden en consistent klimaatbeleid
De COP26-bijeenkomst is een cruciaal moment voor verandering
9 november 2021 -
CEO’s geven aan dat de klimaatverandering veel eerder dan verwacht impact zal hebben op hun bedrijf en toeleveringsketen – blijkt uit grootschalig onderzoek van de United Nations Global Compact en Accenture. Slechts achttien procent van de CEO’s zegt dat overheden en beleidsmakers hen de duidelijkheid hebben gegeven die nodig is om hun doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en klimaatverandering te halen.
Dit blijkt uit het grootste duurzaamheidsonderzoek dat tot nu toe is uitgevoerd door United Nations Global Compact en Accenture. In aanloop naar de COP26 in Glasgow, luidden ook CEO’s de noodklok over de vroegtijdige ontwrichting van het klimaat en willen zij dat de overheid actie onderneemt - met name op het gebied van een duidelijke prijsstelling voor koolstof, investeringen in infrastructuur en financiële toezeggingen voor een rechtvaardige overgang naar Net Zero - nu de tijd begint te dringen om de doelstelling van 1,5°C tegen 2030 te halen.
Volgens het onderzoek Climate Leadership in the Eleventh Hour - dat uitgebreide 1:1-interviews met meer dan honderd toonaangevende topfunctionarissen en een enquête onder meer dan 1.230 CEO's in 113 landen, waaronder Nederland, en 21 bedrijfstakken omvat - hebben leiders uit de private sector moeite om hun klimaatambities te versnellen, ook al zegt bijna driekwart (73 procent) dat ze een toenemende druk voelen om actie te ondernemen. Meer dan de helft (57 procent) van de CEO’s zegt dat ze prioriteit geven aan klimaatactie terwijl ze herstellen van de COVID-19-pandemie.
Toprisico
Bijna de helft (49 procent) van de CEO’s noemt onderbrekingen van de toeleveringsketen als gevolg van extreme weersomstandigheden als een toprisico, maar slechts zeven procent zegt 'vergevorderd' te zijn met het opzetten van systemen voor vroegtijdige waarschuwing ter voorbereiding op klimaatgerelateerde gebeurtenissen. Bovendien zegt 71 procent actief te werken aan de ontwikkeling van een Net Zero-doelstelling voor hun bedrijf en denkt 57 procent te werken in overeenstemming met de 1,5°C-doelstelling. Toch heeft slechts 2 procent van deze bedrijven een formele doelstelling die is gevalideerd door het Science-Based Targets-initiatief.
Sanda Ojiambo, CEO en Executive Director van UN Global Compact: "Er zijn twee mogelijke wegen die voor ons liggen: een zeer gebrekkige business-as-usual-aanpak, of een wereldeconomie die mensen, de planeet en de natuurlijke systemen die ons in stand houden beschermt. "Business as usual" is niet langer een optie. Uit de door ons bevraagde CEO's blijkt duidelijk dat het bedrijfsleven zich niet voorbereid voelt om onze klimaatnoodsituatie het hoofd te bieden. Het UN Global Compact heeft een cruciale rol in het helpen van bedrijven bij het ontwikkelen van praktische hulpmiddelen en effectieve best practices om de toekomstige uitdagingen aan te gaan, terwijl het er ook voor zorgt dat zij met regeringen in gesprek kunnen gaan over beleid en regelgeving."
Belangrijke verschuiving
Deze studie wijst ook op een belangrijke verschuiving onder belanghebbenden als het gaat om het stimuleren van leiderschap en actie van CEO's op het gebied van klimaat. De grootste verschuiving in de veertien jaar dat de studie werd uitgevoerd, is die van investeerders en kapitaalmarkten. Deze ging van een achtste plaats in 2019 naar de top drie in de gedachten van CEO’s die naar COP26 gaan. De trend weerspiegelt de grootste toename van de invloed van belanghebbenden sinds de start van de studie in 2007, omdat investeerders steeds meer druk uitoefenen op bedrijven om de risico's in kaart te brengen en de kansen te begrijpen die de overgang naar een 1,5-graden Net Zero-wereld biedt.
Peter Lacy, Accenture’s global Sustainability Services lead, Chief Responsibility Officer en lid van de Global Management Committee: "De Sustainable Development Goals en het Paris Agreement bieden de duidelijkste routekaart voor de manier waarop bedrijven het voortouw moeten nemen op het gebied van klimaat en de innovatie die nodig is om 's werelds grootste uitdagingen op te lossen. Maar met nog maar weinig tijd over om deze doelen te halen, en met de fysieke effecten van klimaatverandering die sneller voelbaar zijn dan de meeste CEO's hadden verwacht, moeten leiders opstaan en verantwoordelijk worden gehouden voor meetbare prestaties. De wetenschap, economie en data vertellen ons dat wanneer leiders een brug slaan tussen bedrijfswaarde, duurzaamheid en technologische impact, concurrentievoordeel kan floreren."
Inspanningen
Het onderzoek van UN Global Compact en Accenture belicht de inspanningen van toonaangevende CEO's om duurzaamheidsbudgetten te verhogen, hun activiteiten en personeelsbestand te diversifiëren en R&D in klimaatbestendige oplossingen te versnellen, hogere normen voor verantwoording aan te moedigen en te tonen wat er mogelijk is wanneer ambitie samengaat met actie op klimaatgebied. Hoewel bijna tweederde (65 procent) van de leiders al bezig is met de ontwikkeling van nieuwe Net Zero-bedrijfsmodellen en -oplossingen om hun doelstellingen te bereiken, zegt slechts zestien procent van alle CEO's dat hun ontwikkeling zich op dit moment in een vergevorderd stadium bevindt.
Lacy voegt toe: "CEO’s zeiden vroeger dat de relevante technologieën te pril waren. Nou, die zijn nu volwassen. Of ze zeiden dat beleggers en kapitaalmarkten nog niet volledig achter ESG-data stonden. Maar dat staan ze nu wel. Waar we nu gewoon niet meer van hebben, is tijd. Regeringen moeten handelen, en CEO's zijn klaar om hun verantwoordelijkheid te nemen. Dit is niet alleen het juiste om te doen - er staat ook echte zakelijke waarde op het spel."
Cruciaal moment
De COP26-bijeenkomst is een cruciaal moment voor verandering op het gebied van duurzaamheid. CEO’s zijn voorzichtig optimistisch over internationale samenwerking om de klimaatcrisis op te lossen en leggen de nadruk op vijf essentiële vragen aan de onderhandelaars om hen te helpen doortastender op te treden en de doelstellingen van het akkoord van Parijs te verwezenlijken. Dat zijn:
Nationally Determined Contributions (NDC's) afstemmen op een opwarmingstraject van 1,5°C.
De wereldwijde samenwerking versterken inzake koolstofprijsmechanismen die zijn afgestemd op de Paris Agreement.
De verbintenis van 100 miljard USD aan klimaatfinanciering voor global south nakomen en overtreffen.
Gemeenschappelijke normen vaststellen voor de bescherming van de biodiversiteit en trajecten voor op de natuur gebaseerde oplossingen.
Het bedrijfsleven meer betrekken bij de vorming van klimaatbeleid voor gezamenlijke klimaatactie.
Amina J. Mohammed, adjunct-secretaris-generaal van de Verenigde Naties, concludeert: "Geconfronteerd met een drievoudige planetaire noodsituatie - een klimaatcrisis, een biodiversiteitscrisis en een verontreinigingscrisis - moet iedereen zijn ambities opschroeven en zijn acties versnellen. De particuliere sector heeft een bijzondere verantwoordelijkheid in onze collectieve inspanning om een duurzame, Net Zero-, veerkrachtige en rechtvaardige wereld op te bouwen, en om te handelen naar beloften met geloofwaardige tijdlijnen, doelstellingen en plannen. We hebben wat nodig is om de belofte van de 2030-agenda en het klimaatakkoord van Parijs waar te maken - maar het zal de volledige inzet van ieder van ons vergen."