Discriminatie op de arbeidsmarkt actueler dan ooit
Mensen met een migratieachtergrond gaan erop achteruit
22 januari 2021 -
De angst om de baan te verliezen is voor veel mensen een bekend gevoel, zeker voor mensen met een migratieachtergrond. Is het vinden van een nieuwe baan na ontslag nog wel te doen? Na het politieke debat Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 7 december 2020 is de discussie over arbeidsmarktdiscriminatie actueler dan ooit: discriminatie op de arbeidsmarkt moet stoppen, zo vinden de meeste partijen in de Tweede Kamer.
Bij dergelijke debatten of gesprekken gaat het veelal om verschillen in afkomst, verschillen in geslacht en het effect daarvan op de arbeidsmarktkansen. Vandaag de dag speelt allicht een andere contextuele factor een cruciale rol: Covid-19. Hoe zit het nu met de discriminatie op de arbeidsmarkt en heeft de coronacrisis hier enige mate van invloed op? Intelligence Group heeft dit met het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO) als eerste onderzocht.
Uit dat onderzoek, uitgevoerd in 2020, komen opvallende resultaten naar voren:
• Het verschil tussen groepen op basis van migratie-achtergrond en geslacht lijkt door de coronacrisis alleen maar te worden versterkt;
• Vrouwen zonder migratieachtergrond hebben vaker een tijdelijk contract van een jaar of korter dan mannen zonder migratieachtergrond, waar dit verschil bij de groep migranten nihil blijkt te zijn;
• De coronacrisis heeft nauwelijks impact op de angst voor baanverlies als het gaat om de groep zonder migratieachtergrond, waar de groep met migratieachtergrond een aanzienlijke stijging laat zien;
• De impact van de pandemie op de arbeidsmarkt is voorlopig nog gering.
Mensen met een migratieachtergrond gaan erop achteruit
Intelligence Group verzamelt al sinds 2003 arbeidsmarktdata over de Nederlandse beroepsbevolking, waardoor een vergelijking door de jaren heen mogelijk is. Een relevante en voor de hand liggende vergelijking die we momenteel kunnen maken, is de vergelijking tussen 2019 (een normaal jaar) en 2020 (coronajaar). In het AGO wordt onder meer gemeten welk percentage van de Nederlandse beroepsbevolking een tijdelijk contract heeft van één jaar of korter, waarbij er onder andere onderscheid kan worden gemaakt tussen geslacht en achtergrond.
Naar geslacht is er bij de deelnemers aan het onderzoek met een migratieachtergrond geen opvallend verschil gemeten in de percentages met een tijdelijk contract. De groep zonder migratieachtergrond toont wel verschillen tussen mannen en vrouwen, waarbij in 2020 vrouwen tien procent meer dan mannen een tijdelijk contract hebben.
Verder is het aantal tijdelijke contracten bij mensen met een migratie-achtergrond in 2020 gestegen en bij mensen zonder migratie-achtergrond juist gedaald. Hier lijkt dus sprake te zijn van een ongelijke ontwikkeling naar achtergrond. Het meest opvallende resultaat uit dit vraagstuk is te zien tussen de mannelijke participanten van beide groepen. 30 procent van de mannelijke migranten heeft in 2020 een tijdelijk contract van eren jaar of korter, terwijl slechts negentien procent van de mannelijke niet-migranten in dit jaar een tijdelijk contract had, zoals in onderstaande grafiek weergegeven.
Mannen met migratieachtergrond eerder bang om hun baan te verliezen
Aan de deelnemers van het Arbeidsmarkt Gedragsonderzoek is tevens gevraagd of ze bang zijn om in het komende jaar hun baan te verliezen. Hierbij kan wederom een vergelijking worden gemaakt met het jaar 2019. Op basis van geslacht is er met name bij de groep met een migratieachtergrond een duidelijk verschil waarneembaar. Waar de angst voor baanverlies in 2019 nog voor zowel mannen als vrouwen op tiewn procent lag, steeg deze in 2020 voor vrouwen naar veertien procent en voor mannen naar zeventien procent. Mannen met migratieachtergrond zijn in 2020 banger om hun baan te verliezen dan vrouwen. "Een potentiële verklaring hiervoor kan zijn dat mannen met een migratieachtergrond wellicht vaker de (enige) kostwinner van het gezin zijn en daardoor een grotere druk en verantwoordelijkheid ervaren, met name in deze onzekere tijd," aldus Fahim el Abbouri, marketeer bij Intelligence Group.
Het verschil met de groepen zonder migratie-achtergrond is opmerkelijk. Bij de mannen zonder migratie-achtergrond is de angst voor baanverlies ten opzicht van 2019 gelijk gebleven op acht procent en bij de vrouwen is die slechts met een procent gestegen. Opvallend genoeg is de angst bij de groep zonder migratieachtergrond, in tegenstelling tot de groep met migratieachtergrond, hoger bij vrouwen dan bij mannen. Dit verschil tussen geslacht is echter zo goed als verwaarloosbaar, in tegenstelling tot de groep met migratieachtergrond.
De doorlopende trend op de arbeidsmarkt
Als we het huidige onderzoeksresultaat vergelijken met de resultaten van de afgelopen acht kwartalen, vallen een aantal dingen op. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat de groep met een migratieachtergrond het over de afgelopen acht kwartalen slechter heeft gedaan dan de groep zonder migratieachtergrond. Laatstgenoemde scoort op bijna alle punten beter (bijvoorbeeld op de werkloosheid of het aantal baanwisselingen). Daarmee zijn de huidige cijfers een bevestiging van wat al langer bekend is. Een opvallende en vooral positieve verandering in de groep met migratieachtergrond is te zien bij de vraag of de reden van nieuw werk ‘ontslag of het niet verlengen van het contract’ betreft. Daarbij is er te zien dat de cijfers over de afgelopen acht kwartalen in het bijzonder voor mannen een stuk hoger lager, met maar liefst 23 procent tegenover vijftien procent vandaag de dag. Ditzelfde patroon is te zien bij de niet-migranten met wederom de grootste daling bij de mannelijke groep. Dit duidt erop dat men vaker vrijwillig afscheid neemt van hun oude werkgever. De overige vraagstukken tonen vergelijkbare resultaten als in 2020, waarbij vrouwen nog altijd vaker een tijdelijk contract hebben dan mannen.
Het zicht op 2021
Al met al blijkt dat een groot deel van de cijfers gelijk is gebleven over het afgelopen jaar, met een aantal uitschieters die blijkbaar tegen de verwachtingen die men van de coronacrisis had, ingaan. Met name de groep met een migratieachtergrond heeft de uitwerkingen van de pandemie merkbaar ondervonden. Toch blijft er een aantal vragen onbeantwoord. Gezien het feit dat het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek voornamelijk beschrijvend van aard is, blijft het gissen of de veranderingen in cijfers ook daadwerkelijk te wijten zijn aan de coronacrisis. Wanneer we eveneens de cijfers tussen de groepen uitvergroten, blijven enkele vragen onbeantwoord. Wat is bijvoorbeeld de verklaring voor het feit dat werknemers met een migratieachtergrond in 2020 banger zijn om hun baan te verliezen, in vergelijking met niet-migranten? Om deze vraag te kunnen beantwoorden en te kunnen concluderen of dit daadwerkelijk wordt veroorzaakt door discriminatie op de arbeidsmarkt is nader diepgaand onderzoek vereist. Voor nu zijn dit de beschrijvende resultaten en is het nog maar de vraag van welke kant de arbeidsmarkt zich in 2021 zal laten zien.