Niet-lerende organisatie bestaat over tien jaar niet meer
Meerderheid HR-professionals ziet geen toekomst zonder ontwikkeling
5 december 2019 -
Organisaties die op korte termijn niet snel stappen zetten op het gebied van leren en ontwikkelen, hebben over tien jaar geen bestaansrecht meer. Dat is althans de overtuiging van de meerderheid van de Nederlandse professionals op het gebied van learning & development (L&D).
52 procent verwacht dat hun organisatie over een decennium niet meer bestaat als er niet wordt ingezet op de ontwikkeling van medewerkers.
Dit blijkt uit de L&D Monitor, een onderzoek uitgevoerd door Multiscope in opdracht van Studytube. Het onderzoek laat zien dat bedrijven trainingen en opleidingen vooral aanbieden om zich te profileren als goede werkgever: 68 procent van de respondenten noemt dit als doelstelling, gevolgd door ‘het behouden van medewerkers’ (65 procent) en het ‘bijblijven in marktontwikkelingen’ (62 procent). Wat veel minder vaak wordt genoemd als drijfveer om L&D een prominente rol te geven in de organisatie, is het behouden van de concurrentiepositie: slechts 37 procent noemt dit als reden.
Werkgeversimago
Homam Karimi, CEO van Studytube. "Het is opvallend dat het werkgeversimago, en daarmee dus het binnenhalen en behouden van personeel, momenteel het belangrijkste doel is van learning & development. Natuurlijk is het logisch dat dit een prioriteit is in een tijd van personeelsschaarste, maar u kunt u afvragen of dit de belangrijkste doelstelling moet zijn van de organisatie als het op leren aankomt. Het gaat er uiteindelijk om dat u kunt inspelen op de veranderende omstandigheden van de organisatie zoals globalisering en de toenemende automatisering. Dat vraagt om wendbare organisaties, die snel kunnen inspelen op technologische veranderingen en die medewerkers aansporen zich te blijven ontwikkelen. Alleen dan is een organisatie toekomstbestendig. U zou verwachten dat dit een grotere rol speelt bij de motivatie van bedrijven."
Cultuuromslag
Om een lerende organisatie te worden, is er volgens Karimi een cultuuromslag voor nodig. "Het doel is dat L&D van een ‘moetje’ naar een benefit gaat en dat medewerkers gestimuleerd, geïnspireerd en gefaciliteerd worden om aan de slag gaan met leren. Dat is vandaag de dag essentieel."
Hoewel L&D dus nog vooral wordt ingezet om goed werkgeverschap uit te stralen, is 82 procent van de respondenten het erover eens dat een lerende cultuur wel degelijk van strategisch belang is voor een organisatie. Sterker nog, bij ongeveer de helft (51 procent) van de Nederlandse organisaties is iemand binnen de directie expliciet verantwoordelijk voor L&D. Bij een iets kleinere groep (49 procent) is er een duidelijke visie op het gebied van L&D, die is verbonden met de bedrijfsdoelstellingen. "Kortom: er wordt wel strategisch belang gehecht aan leren en ontwikkelen, maar L&D wordt nog veel te weinig gekoppeld aan waar het écht om gaat, namelijk het up-to-date blijven en meegaan in de ontwikkelingen in de branche. Als u het niet doet, doet y concurrent het wel," aldus Karimi.
Van strategie tot uitvoering
Het belang van leren en ontwikkelen wordt dus wel gezien; het daadwerkelijk implementeren in de praktijk is soms nog lastig. Zo is L&D bij 81 procent van de organisaties inmiddels een vast onderdeel van het functioneringsgesprek, maar het komt lang niet altijd tot een vervolg. Bij 66 procent van de gesprekken wordt ook daadwerkelijk een leerplan geformuleerd naar aanleiding van de gestelde doelen en gaan medewerkers actief aan de slag met leren. Wat ook niet meehelpt, is dat managers zelf nog lang niet altijd het goede voorbeeld. In minder dan de helft van de organisaties (38 procent) laten leidinggevenden zien dat leren belangrijk is, door zelf actief aan de slag te gaan.
Kortom: het Nederlandse bedrijfsleven is goed op weg als het gaat om learning & development, maar is er nog niet. Leren op de werkvloer wint steeds meer terrein en wordt daarmee steeds normaler, een ontwikkeling die naar verwachting de komende jaren alleen maar toeneemt. Laten we hopen dat we in 2030 kunnen zeggen dat we allemaal lerende organisaties zijn; niet voor het werkgeversimago, maar omdat we het (strategisch) belang ervan inzien.