Nederland: lichte groei financiële activa in tegenstelling tot mondiale trend
20 september 2019 -
Deze week heeft Allianz zijn tiende Global Wealth Report gepubliceerd, met een analyse van vermogen en schuld van huishoudens in meer dan 50 landen. Een trieste primeur: in 2018 was voor het eerst sprake van een daling van de financiële activa in industriële én opkomende landen.
Zelfs in 2008, op het hoogtepunt van de financiële crisis, was dit niet het geval. Wereldwijd bevonden spaarders zich in een lastig parket, met enerzijds het escalerende handelsconflict tussen de VS en China, het eindeloze Brexit-verhaal en toenemende geopolitieke spanningen, en anderzijds de verscherping van de monetaire voorwaarden en (aangekondigde) normalisering van het monetair beleid.
Reactie van beurzen
De reactie van de beurzen was dienovereenkomstig: de wereldwijde aandelenkoersen daalden in 2018 met zo'n twaalf procent. Dit was direct van invloed op de vermogensgroei. De bruto financiële activa van huishoudens daalden wereldwijd met 0,1 procent en bleven min of meer gelijk op 172,5 biljoen euro. "De toenemende onzekerheid eist zijn tol," vertelt Michael Heise, hoofdeconoom bij Allianz. "De ontmanteling van de op regels gebaseerde wereldwijde economische orde is funest voor vermogensopbouw. Dit blijkt ook wel uit de groeicijfers van de activa. Handel is geen nulsomspel. Iedereen is ofwel een winnaar (zoals in het verleden) of een verliezer (zoals vorig jaar). Agressief protectionisme kent geen winnaars."
Convergentie armere en rijkere landen stokt
In 2018 daalden de bruto financiële activa in de opkomende markten niet alleen voor het eerst, maar was de daling met -0,4 procent ook nog eens sterker dan die in de industriële landen (-0,1 procent). De zwakke ontwikkeling in China, waar activa 3,4 procent verloren, speelde hierbij een belangrijke rol. Maar ook andere belangrijke opkomende markten, zoals Mexico en Zuid-Afrika, moesten in 2018 aanzienlijke verliezen incasseren.
Dit is een opmerkelijke trendbreuk. De gemiddelde groeikloof tussen de armere en rijkere regio's van de wereld bedraagt bezien over de afgelopen twee decennia nog altijd maar liefst 11,2 procentpunten. Het lijkt erop dat de handelsgeschillen een abrupt einde hebben gemaakt aan het inhaalproces van de armere landen. Toch wisten de industriële landen hier niet van te profiteren. Zowel Japan (-1,2 procent) als West-Europa (-0,2 procent) en Noord-Amerika (-0,3 procent) hadden te maken met negatieve vermogensgroei.
De prijs van lage rendementen
Tegelijkertijd werd door nieuw spaargeld een nieuw record gevestigd. Dit steeg met 22 procent tot meer dan 2700 miljard euro. De toename van de kapitaalstroom was echter uitsluitend te danken aan Amerikaanse huishoudens, die – dankzij Amerikaanse belastinghervormingen – hun nieuwe spaargeld met maar liefst 46 procent opvoerden; twee derde van al het spaargeld in de industriële landen is dus afkomstig uit de VS. Uit de analyse van nieuw spaargeld in 2018 komt echter nog een andere eigenaardigheid naar voren: spaarders lijken de beleggingscategorie 'verzekeringen en pensioenen' de rug te hebben toegekeerd. Dit aandeel van het totale nieuwe spaargeld is gedaald van meer dan 50 procent voor en onmiddellijk na de crisis, tot slechts 25 procent in 2018. En terwijl Amerikaanse huishoudens overstapten op effecten, gaven alle andere huishoudens de voorkeur aan bankdeposito's (en verkochten zij effecten). In West-Europa bijvoorbeeld eindigde twee derde van het nieuwe spaargeld in bankkluizen. Wereldwijd bleven bankdeposito's voor het 8e jaar op rij de populairste bestemming van nieuw spaargeld. Door deze voorliefde voor liquide en zogenaamd veilige activa lopen spaarders echter veel geld mis. De geschatte verliezen van huishoudens als gevolg van inflatie zullen in 2018 zijn opgelopen tot bijna 600 miljard euro.
"Het is paradoxaal spaargedrag," aldus Michaela Grimm, medeauteur van het Allianz Global Wealth-rapport. "Veel mensen sparen meer omdat ze na hun pensioen een langer en actiever leven verwachten. Tegelijkertijd schuwen ze precies die producten die effectieve ouderdomsbescherming bieden, namelijk levensverzekeringen en lijfrentes. Het lijkt erop dat de bereidheid om op lange termijn te sparen door de lage rendementen wordt ondermijnd. Wat de wereld echter bovenal nodig heeft om de uitdagingen van de toekomst het hoofd te bieden, zijn spaarders en investeerders met een langetermijnvisie."
Groei passiva stabiliseert op hoog niveau
De schulden van huishoudens over de hele wereld stegen in 2018 met 5,7 procent, weliswaar iets onder de 6,0 procent van een jaar eerder, maar ook beduidend boven de gemiddelde jaarlijkse groei op lange termijn van 3,6 procent. De wereldwijde schuldquote (schulden uitgedrukt in een percentage van het bbp) bleef echter stabiel op 65,1 procent, dankzij de nog altijd robuuste economische groei. De meeste regio's laten een soortgelijke ontwikkeling zien. Azië (exclusief Japan) is echter een ander verhaal. Alleen al in de afgelopen drie jaar is de schuldquote daar met bijna tien procentpunten gestegen, met China als voornaamste aanjager (+vijftien procentpunten).
"De schuldendynamiek in Azië en met name in China is op zijn minst zorgwekkend te noemen", aldus Patricia Pelayo Romero, medeauteur van het verslag. "Met een schuldquote van 54 procent zitten Chinese huishoudens relatief al net zoveel in de schulden als bijvoorbeeld Duitse of Italiaanse huishoudens. De laatste keer dat we zo'n snelle toename van de particuliere schuldenlast zagen, was in de VS, Spanje en Ierland kort voor de financiële crisis. Wel zijn de schuldniveaus in China nog altijd aanzienlijk lager dan in de meeste industriële landen. Toch is het zaak dat toezichthouders niet enkel meer toekijken. Groei die wordt ingegeven door stijgende schulden is niet houdbaar – en ook China is niet immuun voor een schuldencrisis."
Door de sterke schuldengroei kwamen de netto financiële activa, oftewel het verschil tussen bruto financiële activa en schulden, eind 2018 1,9 procent lager uit op 129,8 biljoen euro. Vooral opkomende landen hadden te kampen met een drastische daling van de netto financiële activa met 5,7 procent (industriële landen: -1,1 procent).
Nederland: lichte groei financiële activa in tegenstelling tot mondiale trend
De bruto financiële activa van Nederlandse huishoudens steeg in 2018 tegen de trend in met 1,7 procent. Nederland was daarmee een van de weinige Europese landen die wisten te groeien. Ons land werd in West-Europa enkel voorbijgestreefd door Noorwegen (2,8 procent) en Duitsland (2,2 procent). Dit wapenfeit is vooral te danken aan de bijzondere portefeuillestructuur van Nederlandse spaarders. Bijna twee derde van alle financiële activa zijn ondergebracht in de beleggingscategorie 'verzekeringen en pensioenen'; geen enkel ander land kan zich op zo'n groot aandeel beroepen. Zelfs in markten met vergelijkbare sterke particuliere pensioenstelsels zoals het Verenigd Koninkrijk, Australië of Chili ligt het aandeel onder de 60 procent. De conclusie: hoe de huishoudelijke financiële activa het doen wordt in grote mate bepaald door pensioenen – waarbij jarenlang dalende rendementen normaal gesproken leiden tot vermogensgroei, zoals in 2018 het geval was (hoewel dalende aandelenmarkten ook een drukkende werking op de pensioenprestaties hadden). Een toename van 2,9 procent van verzekeringen en pensioenen (na een daling van 1,5 procent in 2017) was voldoende om de daling van effecten (-4,7 procent) te compenseren. Bankdeposito's namen 2,8 procent toe, de sterkste stijging in 6 jaar tijd. Nederlandse spaarders 'investeerden' namelijk meer dan een derde van hun nieuwe spaargeld bij banken, wat voor Nederlandse begrippen een zeer hoog aandeel is. Het gemiddelde in West-Europa ligt echter eerder rond de twee derde.
De schulden stegen met 1,7 procent – de snelste toename van de afgelopen 8 jaar. Dankzij de robuuste economische groei is de schuldquote van huishoudens echter voor het 9e jaar op rij gedaald, tot 108,6 procent eind 2018. Dit is nu 21 procentpunten lager dan de piek van 2009. Een ratio van boven de 100 is echter nog altijd een van de hoogste in de geïndustrialiseerde wereld. Wereldwijd hebben alleen Zwitserse en Australische huishoudens meer schulden.
Aziatische en Scandinavische landen in de lift; eurolanden vertonen dalende tendens
De netto financiële activa in Nederland stegen in 2018 met 1,7 procent. Met netto financiële activa van 97.345 euro per hoofd van de bevolking steeg Nederland in de lijst van twintig rijkste landen van de zesde naar de vijfde plaats. Nederland is daarmee niet alleen het rijkste land van Europa, maar ook een van de weinige landen in de eurozone – samen met Spanje en Oostenrijk – die hun positie sinds de eeuwwisseling hebben weten te verbeteren. Italië (-tien plaatsen), Frankrijk (-vijf plaatsen) en België (-vier plaatsen) moesten veel inleveren. De grote winnaars daarentegen zijn in de eerste plaats Singapore (+dertien plaatsen) en Taiwan (+tien plaatsen), gevolgd door Zweden (+zes plaatsen), Australië (+vijf plaatsen) en Zuid-Korea (+vijf plaatsen). Bovenaan de lijst staat de VS, die in 2018 Zwitserland opnieuw voorbijstreefde, niet in het minst dankzij de sterke dollar.
Een hobbelige weg
Voor het eerst in ruim tien jaar is de wereldwijde vermogende middenklasse niet gegroeid: Eind 2018 behoorden ongeveer 1040 miljoen mensen tot de wereldwijde vermogende middenklasse – min of meer hetzelfde aantal als een jaar eerder. Gezien de krimpende activa in China komt dit niet als een grote verrassing. Tot nu toe was de opkomst van de nieuwe mondiale middenklasse namelijk vooral een Chinese aangelegenheid. Bijna de helft van hen spreekt Chinees, net als 25 procent van de rijken. "Er zijn nog talloze mogelijkheden voor wereldwijde welvaart", aldus Arne Holzhausen, medeauteur van het rapport. "Als andere zeer dichtbevolkte landen zoals Brazilië, Rusland, Indonesië en met name India een niveau en verdeling van welvaart zouden hebben vergelijkbaar met die van China, dan zouden zo'n 350 miljoen mensen zich bij de wereldwijde vermogende middenklasse hebben gevoegd, en nog eens 200 miljoen mensen bij de wereldwijde rijken. Ook zou de wereldwijde verdeling van welvaart dan iets gelijker zijn: eind 2018 had de rijkste tien procent van de wereldbevolking ongeveer 82 procent van de totale netto financiële activa in handen. Doordat globalisering en vrijhandel worden ingeperkt, ontbreekt het momenteel miljoenen mensen wereldwijd aan kansen om vooruit te komen."
Bij het analyseren van de bewegingen tussen de welvaartsklassen worden opnieuw de littekens van de financiële en eurocrisis zichtbaar. Waar opkomende landen – met name in Azië – kunnen terugkijken op twee decennia van voornamelijk sociale verbetering, is het beeld voor West-Europeanen en Amerikanen een stuk somberder. Deze twee regio's zijn zelfs de enige waar de gelederen van de lage welvaartsklasse sinds 2000 zijn versterkt – metvier procent van de bevolking in West-Europa – en die van de hoge welvaartsklasse zijn verzwakt – met zes procent en negen procent van de bevolking in respectievelijk West-Europa en Noord-Amerika, gecorrigeerd voor bevolkingsgroei. In Nederland is de situatie daarentegen relatief stabiel gebleven.