Werkgever speelt belangrijke rol in gezondheid medewerkers
Manager mag zich interesseren in gezondheid maar zich er niet mee bemoeien
10 juli 2019 -
Medewerkers blijken niet warm te lopen voor de goedbedoelde bemoeienissen van hun werkgever. Dat blijkt uit het HR Benchmarkonderzoek van Visma. Zo geven 91 procent van de rokers en 86 procent van de zwaarlijvige medewerkers aan liever te hebben dat de werkgever zich niet met hun gezondheid bemoeit.
Dat staat in schril contrast met de realiteit, want meer dan de helft van de werkgevers doet dat net wel. En in de praktijk blijken vooral managers een belangrijke rol te spelen.
Bestuurders en managers streven gezondheid na
Volgens datzelfde onderzoek vindt 57 procent van de bestuurders dat het wel degelijk om een gedeelde verantwoordelijkheid gaat. Toch zijn het vooral de managers en de leidinggevenden die een en ander in de praktijk moeten omzetten. Dat geeft althans 55 procent van hen aan.
Dat werkgevers maar al te graag hun verantwoordelijkheid opnemen, hoeft niet te verbazen. De gezondheid van medewerkers heeft immers invloed op hun prestaties. Dat heeft onderzoek intussen al veelvuldig bewezen. Bovendien zijn gezonde werknemers gelukkiger, enthousiaster en minder vaak afwezig. De organisatie kan er met andere woorden de vruchten van plukken.
Voor directieleden is het belangrijkste doel van vitaliteitsprogramma’s echter de langdurige inzetbaarheid van werknemers bevorderen (71 procent). Het ziekteverzuim terugdringen, staat minder hoog op hun agenda. Het is echter opvallend dat managers dan weer wel de nadruk leggen op het terugdringen van het ziekteverzuim (54 procent). En dat terwijl zij toch vaak het eerste aanspreekpunt zijn (bron: Visma).
In gezondheid interesseren, maar niet bemoeien
Er blijkt echter een groot verschil te bestaan tussen de visie van medewerkers en die van hun werkgever. Medewerkers geven immers massaal aan geen bemoeienissen te dulden, terwijl werkgevers zich steeds vaker in un gezondheid interessere.
Hoe dan ook is de scheidingslijn soms dun en worden inspanningen van de werkgever heus niet altijd negatief ontvangen. Denk bijvoorbeeld aan de dagelijkse fruitmand, het voorzien van zit-stabureaus of het afsluiten van een collectieve zorgverzekering. Over het algemeen dekt zo’n collectieve zorgverzekering alleen het wettelijk verplichte, maar steeds vaker voorzien werkgevers ook aanvullende dekkingen (bron: UnitedConsumers). En uiteraard staat een goede gezondheid ook daar centraal.
Over een collectieve zorgverzekering zullen medewerkers heus niet klagen. En de fruitmand blijkt toch wel heel populair te zijn. Het blijkt echter de te persoonlijke aanpak te zijn die vaak voor frustratie weet te zorgen. Het blijft dan ook belangrijk om de privacy van de medewerker te respecteren, zeker bij het uitrollen van vitaliteitsprogramma’s. En dat hoort de werkgever in zijn communicatie met leidinggevenden voldoende te benadrukken.
Vitaliteitsprogramma’s werken
De werkgever doet heus wel een en ander om de gezondheid van zijn medewerkers op peil te houden. En dat doet de werkgever werkelijk niet alleen om het ziekteverzuim terug te dringen. De vraag die rest: werpen dergelijke inspanningen ook hun vruchten af?
Het antwoord is op zijn zachtst gezegd positief te noemen. En uiteraard kunnen we andermaal talloze cijfergegevens betitelen, maar laten we vooral even de concluderende nota van voormalig minister Abraham Klink erbij halen. Deze nota vormde immers de basis voor de verdere uitbreiding van de preventieve werkgeversverantwoordelijkheid.
"Werkgevers hebben grote invloed op het welzijn van werknemers, bijvoorbeeld door de inrichting van het gebouw en de werkplek, maar ook door een organisatiestructuur en faciliteiten beschikbaar te stellen die gericht zijn op gezondheid."(bron: VWS 2007:14) Dat de werkgever een belangrijke rol speelt in de gezondheid van zijn medewerkers? Daaraan valt dus niet te twijfelen. Hoe dat in de praktijk moet worden uitgerold zonder op de tenen van medewerkers te trappen? Dat blijft zoals altijd wikken en wegen.