3 juli 2019 -
Voor het eerst sinds de lancering van Willis Towers Watson's Quarterly Deal Performance Monitor in 2008 hebben alle regio’s in het afgelopen kwartaal wereldwijd tegelijkertijd ondermaats gepresteerd.
Dat betekent dat er nergens grote deals zijn gesloten door beursgenoteerde firma’s waarbij in relatieve zin daadwerkelijk waarde is toegevoegd. De slechte cijfers doen vrezen voor de rest van dit jaar, aldus Gabe Langerak van Willis Towers Watson.
Bedrijven die actief zijn in fusies en overnames hebben aandeelhouderswaarde verloren en zij presteren met een afwijking van 6,3 procentpunt minder dan de vergelijkbare World Index. Dit blijkt uit de laatste resultaten van Willis Towers Watson's Quarterly Deal Performance Monitor (QDPM), die in samenwerking met Cass Business School wordt uitgevoerd. De wereldwijde markt heeft nu zeven opeenvolgende kwartalen ondermaats gepresteerd, iets dat nog niet eerder is voorgekomen.
Alle regio's blijven achter
Alle regio's bleven achter ten opzichte van hun respectievelijke indices. Overnemende partijen in Azië en de Pacific hebben de slechtste prestaties van alle regio's laten zien. Daar deden bedrijven die een andere partij overnamen of daarmee fuseerden het 7,9 procentpunt slechter dan de regionale index, gevolgd door een underperformance van Europese acquirerende partijen met 4,1 procentpunt en Noord-Amerikaanse kopers met 3,7 procentpunt. Alleen op de langere termijn doet Europa het nog iets beter. (en voor een periode van een jaar en drie jaar, doen overnemende partijen het nog steeds iets beter dan de index.)
Gabe Langerak, hoofd M&A West Europa bij Willis Towers Watson: "Europese dealmakers hebben tot dit kwartaal goed gepresteerd, maar worden nu ook geconfronteerd met de uitdagende situatie wereldwijd. Desalniettemin zijn de fundamentals van Europa gezond en op middellange tot lange termijn zijn de rendementen in de regio nog steeds positief. We lijken een tijd in te gaan waarin het bedrijfsleven meer gepolitiseerd raakt, waardoor het moeilijker wordt om deals te sluiten. Het beklinken van megadeals, die overigens bijzonder schaars worden, zijn eerder gehinderd dan geholpen door hetzij overheidsbemoeienis, hetzij strengere mededingingsautoriteiten."
Dalende trend
"De wereldwijde fusie- en overnamemarkt piekte in 2015 en heeft sindsdien een dalende trend ingezet omdat strengere voorschriften, protectionisme en politieke onzekerheid het sluiten van deals blijven frustreren," aldus Gabe Langerak, "M&A is een barometer van het ondernemersvertrouwen en de snelle daling van het transactievolume in de afgelopen zes maanden, vooral op de Amerikaanse markt, wijst erop dat geopolitieke ontwikkelingen en handelsperikelen een enrome impact hebben gehad en de onzekerheid in de bestuurskamers wereldwijd hebben aangewakkerd. Totdat er minder turbulentie op de wereldmarkten is, is de kans groot dat er in de tweede helft van 2019 nog minder transacties zullen worden aangekondigd".
Andere opmerkelijke conclusies uit het onderzoek
Dealvolumes van het afgelopen kwartaal bevinden zich op het laagste niveau vergeleken met dezelfde periode sinds 2009: er zijn slechts 144 deals in Q2 2019 afgerond. Dit wordt toegeschreven aan een vlak volume aan transacties in Noord-Amerika (ook daar is het niveau het laagst sinds het tweede kwartaal van 2009), Europa en Azië-Pacific (het laagst sinds het tweede kwartaal van 2013).
Voor het eerst in vijf jaar waren er geen voltooide megatransacties in het afgelopen kwartaal (transactiewaarde groter dan $10,0 miljard).
De meeste soorten transacties bleven achter bij de index. De grootste underperformance voor het kwartaal ligt bij ‘slow deals’, momenteel op -11,1 procentpunt. Zowel de ‘intra-regional deals’ als de ‘domestic deals’ liggen op -8,7 procentpunt, respectievelijk -9,9 procentpunt.
Tegen de trend in hebben ‘cross-regional’, ‘large’, ‘cross-border’ en ‘quick deals’ de index met een outperformance van 6,3 procentpunt, 6,3 procentpunt, 5,7 procentpunt en 4,9 procentpunt respectievelijk overtroffen.
Het driejaars voortschrijdend gemiddelde ligt momenteel op -0,7 procentpunt, terwijl de prestaties sinds de lancering van de index in 2008 positief blijven met +2,6 procentpunt.