‘Niet Haagse plannen, maar kennis en drive bepalen succes bemiddeling'
´Participatiewet tast rechtsgelijkheid aan´
20 februari 2019 -
‘Leer van het verleden, raak niet uitgekeken op methoden die werken en wil niet steeds iets nieuws’. Dat advies gaf Aart van der Gaag, boegbeeld van het 100.000 banenplan van VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland, tijdens de jaarlijkse lezing van Cedris.
Volgens Van der Gaag ligt de nadruk in de politiek tegenwoordig op het maken van nieuw beleid en het opzetten van nieuwe structuren, terwijl het succes van de arbeidsbemiddeling wordt bepaald door de drive, know-how en expertise van mensen. Hij vindt dat ‘de kennis, kunde en infrastructuur van de Sociale werk-bedrijven een essentiële rol moet blijven spelen, om zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking en andere doelgroepen een volwaardige arbeidsplek te kunnen bieden.’
Kopgroep van werkgevers
Niet Haagse banenplannen, maar de intrinsieke motivatie van werkgevers zorgt voor een succesvolle bemiddeling. Daarom vindt Van der Gaag het belangrijk om een kopgroep te vormen van bevlogen werkgevers die mensen met een arbeidsbeperking aan het werk brengen. Als ambassadeurs kunnen ze in hun eigen netwerk, ook andere werkgevers overtuigen en zo een olievlekwerking creëren.
Banenafspraak
De dreiging met een quotum bij niet halen van de banenafspraak (de afspraak tussen kabinet en sociale partners om 125.000 garantiebanen in te vullen) heeft volgens Van der Gaag een positieve uitwerking gehad. Het heeft tot een gewenste beweging geleid, maar het was beter geweest als de infrastructuur van de sociale werkbedrijven meer was ingezet. Van der Gaag constateert dat in meerdere gemeenten Sw-bedrijven uit ‘kortzichtige bezuinigingsdrift werden opgeheven of gekort’. Hij pleit voor een herwaardering, om mensen te trainen op vaardigheden en waar mogelijk te plaatsen bij reguliere werkgevers.
Rechtsongelijkheid
Sinds de invoering van de Participatiewet zijn vrijwel alle werkzoekenden aangewezen op de gemeenten. Dit heeft niet alleen geleid tot 380 beleidsplannen, maar volgens Van der Gaag ook tot een aantasting van de rechtsgelijkheid. Het is tegenwoordig afhankelijk van de gemeente waarin je woont of bepaalde instrumenten worden ingezet. Dat is volgens hem onaanvaardbaar.