Versoepeling ontslagrecht brengt werknemers in onzekerheid
Ontslagmogelijkheden worden wellicht verruimd
4 februari 2019 -
De positie van werknemers verzwakt aanzienlijk door de versoepeling van het ontslagrecht, zoals het kabinet voorstelt. De onzekerheid op de werkvloer zal hierdoor flink toenemen. Dat zegt de Vakcentrale voor Professionals (VCP) in aanloop naar een debat in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel Wab.
De VCP is tegen het voorstel om het ontslagrecht te verruimen.
Verruiming ontslagmogelijkheden
De VCP vindt dat er een deugdelijk ontslagdossier met zorgvuldige onderbouwing nodig is voor ontslag, zoals in het huidige ontslagsysteem. Als het aan het kabinet ligt, kunnen werkgevers voortaan verschillende ontslaggronden bij elkaar optellen, zoals 30 procent disfunctioneren en 70 procent verstoorde arbeidsverhouding. Nu is ontslag alleen mogelijk wanneer één ontslaggrond voor de volle 100 procent is aangetoond. "Door dit voorstel kunnen werkgevers makkelijker iemand ontslaan, ook in situaties waarvoor nu geen ontslag verleend kan worden. Door het combineren van ontslaggronden verzwakt de positie van werknemers aanzienlijk,"zegt VCP-voorzitter Nic van Holstein.
Terug naar de situatie van vóór Wwz
De VCP vreest dat de cumulatiegrond in de praktijk de standaard zal worden. "Dan zijn we weer terug bij af", zegt Van Holstein. Nog maar vier jaar geleden is het ontslagrecht gewijzigd door de Wet werk en zekerheid (Wwz), die ontslag enkel mogelijk heeft gemaakt wanneer één ontslaggrond volledig (100 procent) is aangetoond. Daarvoor was ontslag in de praktijk altijd mogelijk, wel stond daar een veel hogere ontslagvergoeding tegenover, de zogeheten kantonrechtsformule. "Door dit voorstel zal ontslag opnieuw snel worden verleend, alleen nu met een veel lagere ontslagvergoeding. Er wordt opnieuw afbreuk gedaan aan de positie van werknemers, dat is onacceptabel," zegt Van Holstein.
De ‘extra’ vergoeding biedt geen compensatie
De rechter kan volgens het voorstel een ‘extra’ vergoeding toekennen als gronden gecombineerd worden. Maar deze ‘extra’ vergoeding van maximaal de helft van de transitievergoeding staat volgens de VCP niet in verhouding tot de afbreuk aan ontslagbescherming. Wanneer er toch een cumulatiegrond wordt geïntroduceerd dan pleit de VCP er voor om in de wet geen maximum, maar een minimum extra vergoeding op te nemen. "Werkgevers worden zo geprikkeld het ontslagdossier zo goed mogelijk op orde te hebben. Met een maximumvergoeding is het voor veel werkgevers enkel een financiële afweging en zal de werkgever niet geprikkeld worden inspanningen te leveren, zodat een werknemer in dienst kan blijven. Bovendien zorgt een minimumvergoeding voor gelijke minimale bescherming van werknemer," zegt Van Holstein.