Automobilisten massaal bereid elektrisch te rijden
11 oktober 2018 -
Werden auto’s als de Toyota Prius tien jaar geleden nog meewarig nagekeken, tegenwoordig zijn maar liefst vier op de vijf Nederlanders bereid om over te stappen op meer duurzame vormen van vervoer – en de elektrische auto prijkt boven aan het wensenlijstje.
Want we blijven ons toch het liefst met de auto vervoeren, zowel zakelijk als privé. Dat blijkt uit onderzoek van MoveMove. In dit onderzoek onder 1.000 Nederlanders tussen de achttien en 66 jaar geeft 79 procent aan bereid te zijn om duurzamer te reizen. Onder deze mensen is de elektrische auto het populairst.
Uitdaging
Maar de overstap op milieuvriendelijk vervoer mag tegelijkertijd niet te veel kosten. Bijna de helft van de ‘niet-duurzame’ reizigers (46 procent) geeft aan geen cent extra te willen betalen om volledig duurzaam te rijden. Eén op de vijf automobilisten meldt in het onderzoek al in het bezit te zijn van een hybride of elektrische wagen. Die groep bestaat in verhouding vaker uit stedelingen en zakelijke rijders. Daarnaast zijn deze mensen gemiddeld genomen hoogopgeleid en zijn ze woonachtig in Noord- of Zuid-Holland.
Nederlanders die niet duurzaam willen rijden, zijn vaker afkomstig uit het zuiden (met name Limburg), wonen minder vaak in de vier grote steden en zijn gemiddeld genomen lager opgeleid.
"Hier zien we precies de uitdaging van de politiek en de auto-industrie," zegt Patrick Roozeman, directeur van MTc. "De bereidheid om over te stappen is zeker aanwezig, maar de bereidheid om meer te betalen niet. De schone rijders van nu zijn vooral leaserijders en ondernemers. De vraag blijft hoe je de massa meekrijgt in de verduurzaming van het Nederlandse vervoer."
Goedkoper openbaar vervoer
Duurzaam reizen kan ook zonder auto. De meerderheid van de Nederlandse werknemers (55 procent) geeft aan dat de werkgever het vaker laten staan van de auto stimuleert, bijvoorbeeld door middel van een fietsplan, de mogelijkheid om thuis te werken of een (betere) vergoeding voor het reizen met het openbaar vervoer. Nederlanders die voor woon-werkverkeer alleen het OV gebruiken, zijn bovengemiddeld vaak hoogopgeleid, woonachtig in steden, autoloos en single.
Vraag Nederlanders naar hun ideeën om duurzaam reizen een boost te geven, en het goedkoper maken van het OV staat met stip op één; 60 procent vindt dat het OV goedkoper moet worden. Ook béter openbaar vervoer, thuiswerken en flexibel werken worden als oplossingen aangedragen.
Kosten vaak niet gedeclareerd
Verder komt uit het onderzoek naar voren dat de 40 procent van de Nederlanders die de privéauto gebruikt voor zakelijke doeleinden, deze kilometers lang niet altijd declareert bij de werkgever. Ook parkeerbonnetjes en OV-kosten worden regelmatig niet als kosten opgevoerd.
MoveMove, de totaaloplossing van MTc, stelt bedrijven in staat om in één klap een einde te maken aan deze onduidelijkheid. Deze mobiliteitsoplossing verzamelt alle gemaakte reiskosten in één overzicht: OV, fiets, taxi, tanken en aanvullende autodiensten, zoals parkeren en carwash.
Afleiding tijdens het rijden|
Recente discussies over focus op de weg blijken niet overbodig. Veel automobilisten zijn achter het stuur met andere zaken bezig dan autorijden. Zo zegt de helft van de automobilisten (51 procent) iets te drinken achter het stuur en 43 procent eet regelmatig tijdens het rijden. Ruim een vijfde stelt al rijdend de routeplanner in, één op de tien automobilisten checkt onderweg social media, en vijf procent typt onder het rijden berichtjes. Vier procent erkent daarnaast weleens te flirten in de file – mannen significant vaker dan vrouwen.
In het verkeer ergert de Nederlander zich vooral aan slecht rijgedrag, agressief rijden en aan appende en bellende automobilisten. Vlak daarachter volgen ergernissen als bumperkleven, files, treuzelende rijders en de brandstofkosten. In het openbaar vervoer ergert men zich vooral aan de drukte, de langere reistijd en het ontbreken van een zitplaats; over dit laatste klagen jongeren tussen de achttien en 24 jaar overigens vaker dan senioren; die vinden altijd wel een plekje.