Kwart van de Nederlanders ervaart werk niet als werk
31 augustus 2018 -
Geld is niet alles voor veel Europese werknemers. Bijna de helft (48 procent) noemt andere redenen dan salaris als primaire reden om naar het werk te gaan. Bij Nederlandse werknemers speelt dit nog sterker.
Meer dan de helft (57 procent) noemt geld niet als belangrijkste reden om te werken. Ze gaan naar hun werk omdat ze leuk vinden wat ze doen (26 procent) of graag voor de organisatie werken (veertien procent).
Britten hechten het meeste waarde aan financiële factoren. Europese vrouwen lijken eerder voor het geld te werken dan mannen (56 procent tegen 47 procent)
Dat blijkt uit het onderzoek ‘People Unboxed’ van ADP naar onder andere de motivatie, werk-privébalans en mate van geluk op de werkvloer van ruim 2.500 Europese werknemers, waaronder 500 Nederlanders.
Tevreden gevoel bij ontvangen salaris
Er lijkt een verband te bestaan tussen de reden om te werken en hoe de maandelijkse salarisstrook wordt ontvangen. Mensen die vooral zeggen te werken voor het geld, kijken eerder gefrustreerd (zestien procent) of teleurgesteld (27 procent) naar hun loonstrook dan mensen die van hun werk of hun organisatie houden (twaalf procent en negen procent). Driekwart (76 procent) van de Nederlandse werknemers geeft aan blij, tevreden of enthousiast te zijn wanneer het salaris is uitbetaald. In Frankrijk ligt dit percentage het laagst: slechts 55 procent zegt met een goed gevoel zijn maandelijkse loonstrook te bekijken.
"De balans tussen werkplezier en liefde voor het vak enerzijds en de waardering voor de financiële beloning anderzijds is ongeveer gelijk," zegt Martijn Brand, Algemeen Directeur bij ADP Nederland. "Nederland is een van de koplopers als het gaat om werkgeluk en mensen betrokken houden bij hun werk. Toch is het belangrijk om er rekening mee te houden dat ook in Nederland een groot gedeelte van de werknemers primair voor het geld werkt."
Liefde voor het vak
De motivaties van de medewerkers evolueren begrijpelijkerwijs in de loop van hun leven en loopbaan. Wat opvalt, is dat jongere werknemers niet het meest gemotiveerd zijn door geld. Van de achttien tot 24-jarigen geeft slechts drie op de tien (30 procent) aan dat betalen voor dingen die ze nodig hebben hun primaire motivatie is. Van de 50-64 jarigen zegt 42 procent te werken om de dingen die ze nodig hebben te betalen. Liefde voor het vak wordt belangrijker naarmate werknemers ouder worden. Van de 50-64 jarigen zegt 24 procent dat liefde voor het vak de reden is om naar hun werk te gaan en van de 65-plussers zegt 32 procent dat dit voor hen de voornaamste reden is. Voor de werknemers onder de 50 is dat gemiddeld slechts achttien procent.
"Gemotiveerde, enthousiaste medewerkers zijn voor elke werkgever waardevol," aldus Brand. "Ons onderzoek laat zien hoe de verdeling tussen financiële en niet-financiële motivaties belangrijke implicaties hebben voor de betrokkenheid en tevredenheid van werknemers. Betrokken medewerkers hebben een bewezen positieve impact op de productiviteit en het succes van de organisatie. Door inzicht te verkrijgen in de belangrijkste redenen van mensen om naar hun werk te gaan, kan HR de juiste voorwaarden bieden op basis van persoonlijke wensen."