12 juli 2018 -
Duurzame stroom wordt de norm: minimaal driekwart van de elektriciteit in Nederland is duurzaam in 2030. We hebben dan tenminste zeven keer zoveel zon- en windenergie als nu, tegen 40 procent lagere kosten.
Ruim een kwart van de huizen is dan duurzaam verwarmd, zonder aardgas. De kosten daarvoor zijn in 2030 een kwart tot de helft lager en zijn ook tot die tijd betaalbaar met een combinatie van belastingverschuiving, gebouwgebonden financiering en subsidie. Dat zijn de belangrijkste positieve punten van de hoofdlijnen van het klimaatakkoord volgens de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE).
Duurzame energievoorziening
De hoofdlijnen van het klimaatakkoord zijn voor de NVDE een belangrijke tussenstap op weg naar een volledig duurzame energievoorziening. De tafels geven een gemengd beeld en er moeten nog belangrijke keuzes worden gemaakt. "Het is nog te vroeg voor champagne maar zeker nog geen tijd voor azijn. De NVDE heeft er zin in om ook in het najaar bij te dragen aan een mooi akkoord dat zorgt voor een definitieve omslag naar een CO2-vrije samenleving. Zeker de resultaten bij elektriciteit en gebouwde omgeving bieden hoop dat dat gaat lukken," zegt Olof van der Gaag (directeur NVDE).
Elektriciteit
In 2030 is 75 procent van de Nederlandse elektriciteit duurzaam en hebben we zeven keer zoveel zon- en windenergie als nu. Wanneer andere sectoren meer elektriciteit vragen, zal dit verder groeien. De sterke groei van elektriciteit uit wind en zon betekent ongeveer:
- 700 nieuwe windmolens op zee tussen 2023 en 2030
- 500 nieuwe windmolens op land ten opzichte van het Energieakkoord - deels door oude molens te vervangen.
- 75 miljoen nieuwe zonnepanelen
- Kostprijsreducties van veertig procent of meer zijn haalbaar (zie rapport Ecofys).
Die groei en kostprijsverlaging komen er niet vanzelf. Afgesproken is dat de succesformule van wind op zee wordt voortgezet en zoveel mogelijk wordt toegepast op land, met betrokkenheid van omwonenden. In het najaar moet dit samen met andere randvoorwaarden verder worden uitgewerkt.
Gebouwde Omgeving
In 2030 verwarmen we twee miljoen woningen duurzaam en de overige woningen gebruiken fors minder aardgas. Aardgasvrij wordt aantrekkelijker dan aardgas door een combinatie van maatregelen:
- Het verhogen van de belasting op aardgas en het verlagen van die op elektriciteit maakt alle duurzame oplossingen rendabeler.
- De groei in de markt bevordert kostenreductie met een kwart tot de helft, in combinatie met kwaliteitsverbetering.
- Gebouwgebonden financiering helpt woningeigenaren om hun huis te verduurzamen zonder hogere woonlasten.
- Er komt subsidie voor een wijkaanpak en voor woningverbeteringen en warmtebronnen die nog niet rendabel zijn.
Deze maatregelen moeten nader worden uitgewerkt in het najaar – net als de normering voor woningen en warmte-installaties, de planning wanneer wijken van aardgas af gaan en ontzorging voor bewoners.
Overige sectoren
Mobiliteit heeft ruimschoots voldoende mogelijkheden in kaart gebracht voor CO2-besparing. In het najaar moet de mobiliteitstafel van mogelijkheden naar maatregelen. Elektrische auto’s kunnen zorgen voor een besparing van drie tot vijf Megaton, wanneer die financieel concurrerend worden gemaakt en de benodigde (slimme) laadinfrastructuur er is. Een prima route om invulling te geven aan het regeerakkoord is om in 2030 alleen nog maar emissievrije personenauto’s te verkopen.
De industrietafel ziet net als de NVDE forse kansen voor elektrificatie. In combinatie met energiebesparing en fors verlaagde inzet op CO2 –opslag (CCS) is dit pakket nu meer in balans. De vormgeving van het ‘vervuiler betaalt’-principe in combinatie met aandacht voor de concurrentiepositie moet nog verder worden uitgewerkt.
De glastuinbouw heeft goede ambities om klimaatneutraal worden met duurzame elektriciteit en geothermie. Dit is een mooi voorbeeld van kansen die ontstaan door vanuit verschillende sectoren samen te werken.