Tips om ‘oude’ en ‘nieuwe’ IT eenvoudig te verbinden
3 juli 2018 -
Veel organisaties hebben moeite om de ‘oude’ IT-systemen te verbinden met de nieuwe. Om starre transactionele systemen te koppelen aan de nieuwe, snelle (web)applicaties, kortom: om bi-modal IT gestalte te geven.
Want hoe zorgt u ervoor dat alles veilig, betrouwbaar en snel aan elkaar wordt geknoopt? Ross Mason, mede-oprichter en VP Product Strategy en Bianca van Dulmen, Regional Vice President Northern Europe van MuleSoft, vertellen hoe 'oude' en 'nieuwe' IT eenvoudig te verbinden zijn. Met praktijkvoorbeelden van Albert Heijn, Aktion Mensch, PON en Vopak.
Business zelf applicaties laten toevoegen
Tien jaar geleden was een Software Oriented Architecture de manier om orde te scheppen in de applicaties-spaghetti. "Dat heeft ons destijds wel een mooi raamwerk gegeven, maar het reageerde te langzaam," zegt Mason. En bij elke verandering in de applicatiesfeer – denk aan de later in zwang geraakte clouddiensten – was er toch weer veel werk te verzetten. Bovendien worden in dat raamwerk toch nog veel datasets gekopieerd om bepaalde applicaties te voeden. Met de Algemene Verordening Gegevensbescherming in het achterhoofd wil u niet dat data gaan rondzwerven."
Bovendien willen organisaties dat de IT-afdeling geen obstakel of kostenpost is binnen de bedrijfsvoering, maar een afdeling die nieuwe business genereert. "Dat betekent dat je een beweeglijke, veilige en snel te aan te passen IT-platform moet hebben," vervolgt Ross. "Eentje waarbij de business zelf applicaties (veelal in de vorm van een clouddienst) kan toevoegen op het moment dat daar behoefte aan is." API’s maken is niet zo moeilijk, maar het is erg lastig om juist die te fabriceren die de business nodig heeft en bovendien ingewikkeld om alle API’s te beheren.
Drielaagse API-architectuur
Een API (Application Programming Interface) zorgt ervoor dat programma’s automatisch met elkaar kunnen communiceren. De API maakt het mogelijk dat ze elkaar toegang geven tot gegevens (data) en/of functionaliteit. Veel bedrijven hebben data en functionaliteit in hun ERP-systeem (Enterprise Resource Planning), dat kan SAP zijn, Oracle of IBM. Daar wilt yu niet aan sleutelen; in deze applicatie gespecialiseerde ontwikkelaars maken hiervoor de API’s. Dit is de laag met de System API. Aan de bovenkant, die van bijvoorbeeld webapplicaties (zoals Salesforce.com, Workday of Box), worden de API’s veelal meegeleverd, of zijn zelf makkelijk te maken. Hier zit de Experience API. Maar er zit nog een wereld van verschil tussen die twee.
"Daar komt een extra laag van pas, "zegt van Dulmen. De Process API, om beide andere API-lagen aan elkaar te smeden en te beheren. Deze drielaagse API-architectuur laat de bestaande ERP-systemen en databases (of datawarehouse) in tact en geeft tegelijkertijd de vrijheid om gebruik te maken van de snel veranderende webapplicatiewereld. Bijna 90 procent van alle grote organisaties heeft al een API-strategie. Tegelijkertijd is slechts zestien procent van alle projecten voor digitale transformatie succesvol. Volgens Forbes komt dat door gebrek aan aansluiting tussen IT en de business, door een gebrekkige organisatie, en/of doordat het te lang duurt om de beoogde waarde te bereiken.
Praktijkvoorbeelden
In het eerste kwartaal van 2018 was de omzet van de website van Aktion Mensch, een Duitse goede doelen loterij, al meer dan het hele jaar daarvoor, zo vertelde programmamanager Johannes Kettern van Aktion Mensch onlangs tijdens de MuleSoft Summit in Amsterdam. Daarna vertelde Jaap Kramer, Domain Architect Integration bij Albert Heijn, hoe ’s lands grootste grootgrutter oude en nieuwe IT-toepassingen integreert. Zijn boodschap: knoop niet de applicaties aan elkaar, maar zorg dat alle data op de gewenste plek en veilig beschikbaar zijn.
Ook Koen van Daalen, integratiearchitect bij Vopak, deed uit de doeken hoe ’s lands oudste bedrijf (de geschiedenis gaat terug tot 1616) worstelde met de voorheen gebruikte enterprise service bus. Het belangrijkste bezwaar daarvan was dat de ESB niet reikt tot in de cloud, terwijl Vopak juist veel clouddiensten afneemt. Het antwoord is een Data Services Layer voor het API-beheer. Verder gebruikt ook Mark Hoek, manager digital solutions bij PON (o.a. importeur van Volkswagen en Caterpillar), een API-platform de ‘oude’ en ‘nieuwe’ IT-wereld met elkaar te verbinden, zonder al te veel overhoop te halen.
Niet vanzelf
Ook al implementeert een bedrijf een API-gebaseerd applicatienetwerk, dan nog gaat het verbinden natuurlijk niet vanzelf. Aktion Mensch vertelde een positief verhaal, maar er waren ook valkuilen. Kettern vertelde waar men op moet letten, gebaseerd op zijn ervaringen met het programma ‘Failure is not an option’ van deze non governmental organisation (NGO) uit Duitsland. Het doel was de legacy en de moderne apps aan elkaar te knopen voor een snelle go-to-market en verlaging van de beheerkosten van het applicatielandschap. Dat is gelukt; in een jaar tijd stond de drielaagse API-architectuur.
Kettern's tips: definieer vanaf het begin standaarden (voor API-richtlijnen, API-beheer) en schoon eerst alles op. Begin met een goed datamodel en leg van tevoren vast wat de prestatiecriteria moeten zijn. Voorts is het van belang alle handelingen vast te leggen (te loggen) en een systeem te hebben om de logs te beheren. Tenslotte niet beknibbelen op testen omwille van de tijd. Voor elke nieuwe release van een API is een load- en performancetest noodzakelijk. Bij Aktion Mensch draait inmiddels 80 procent van de business via een mobiele app.