Een op de drie Nederlanders moet op eigen kosten naar het werk
6 juni 2018 -
Een derde van de werkende Nederlanders krijgt geen reiskostenvergoeding, ov-kaart of leaseauto van de baas. Van de medewerkers die twintig kilometer of meer van huis naar werk reizen moet 22 procent in eigen buidel tasten, omdat zij geen enkele vorm van vergoeding ontvangen.
Dit blijkt uit onderzoek van Athlon onder ruim 1.000 Nederlanders uitgevoerd door Multiscope.
"Gemiddeld woont een Nederlander 22,6 kilometer van zijn werk af. Een werknemer die vijf dagen per week met de trein die afstand aflegt, ziet een behoorlijk deel van zijn salaris vervliegen. Per kilometer betaalt u voor de trein namelijk gemiddeld €0,19 tijdens spitsuren. Toch pakken Nederlanders nog steeds het vaakst de eigen auto. Ook voor zakelijke ritten buiten het woon-werkverkeer om. En dat loopt ook in de kosten als werkgevers geen vergoeding bieden. Als mobiliteitsoplossing denken we vaak direct aan een kilometervergoeding of leaseauto, maar tegenwoordig zijn er voor zowel werkgever als werknemer genoeg interessantere oplossingen," aldus Marchel Koops, algemeen directeur bij Athlon.
Kortere reistijd belangrijker dan comfort
Onder Nederlanders is voor woon-werkverkeer de eigen auto het populairst. Slechts 13 procent reist met de trein, tram of metro naar het werk. Een extra vergoeding of bonus voor het gebruik van een alternatief vervoermiddel zou 23 procent van de werknemers stimuleren uit de auto te komen. Maar de meeste winst valt te behalen in de totale tijd die werknemers kwijt zijn aan de reis. Afscheid nemen van de auto is voor 81 procent van de werknemers geen probleem, wanneer dit de reistijd verkort.
Koops: "De belangrijkste overweging bij het kiezen van een vervoersmiddel is toch de reistijd, niet het comfort. Werkgevers zien alleen nog onvoldoende in dat ze met de juiste tegenprestatie hun werknemers duurzamer - en vaak voordeliger - kunnen laten reizen. Door geen vergoeding per vervoersmiddel te geven, maar bijvoorbeeld een flexibel mobiliteitsbudget of een mobiliteitskaart, laten ze de keuze voor de werknemer open en bespaart de werkgever geld."
Fiets blijkt kansrijke mobiliteitsoplossing
Wanneer werknemers wel gebruik kunnen maken van een mobiliteitsoplossing, dan gaat het in ruim een op de drie gevallen om een kilometervergoeding voor de eigen auto. 29 procent van de werkgevers biedt medewerkers een vergoeding of abonnement voor het openbaar vervoer. Wanneer de werkgever de huidige reisvergoeding zou intrekken, gaan Nederlanders sneller voor een voordeligere oplossing. Maar liefst 38 procent geeft dan de voorkeur voor de oer-Hollandse fiets als vervoersmiddel, tegenover 23 procent die zou kiezen voor reizen met het ov. "Met de populariteit van de fiets kunnen werkgevers veel meer doen. Zij kunnen bijvoorbeeld bedrijfsfietsen beschikbaar stellen via een mobiliteitsbudget, het draait al lang al niet meer alleen om het aanbieden van een leaseauto. Daarmee draag je niet alleen bij aan de gezondheid van je medewerkers, maar ook aan het milieu. Momenteel heeft slechts een op de tien werknemers een bedrijfsfiets tot zijn beschikking," aldus Koops.
Meest gebruikte vervoersmiddelen voor woon-werkverkeer
1. Eigen auto (43 procent)
2. (Elektrische) fiets (22 procent)
3. Auto van de zaak (twaalf procent)
4. Trein (negen procent)
5. Bus (drie procent)
Ik schrik toch van dit nieuws. Reiskosten zijn voor een werkgever gewoon aftrekbaar en bij de werknemer onbelast. Waarom zou je op 100 euro bruto of netto per maand gaan besparen.
Nu kost het de werknemer al geld om op zijn werk te komen. Hij begint dus in de min en pas na 30 minuten of een half uur staat-ie weer op nul, daarna gaat hij pas verdienen.
Bedrijven zijn jaarlijks heel veel geld kwijt aan zieke werknemers, een groot deel kan voorkomen worden door gewoon een fiets van de zaak beschikbaar te stellen.
Het is dan ook fijn om te zien dat maar liefst 38 procent de voorkeur geeft voor aan de fiets.
Koopt de zaak de fiets dan komt de BTW terug en heb je ws ook nog recht op investeringsaftrek en je hebt een werknemer die fitter is en je bespaart ws op afwezigheid/ziekte etc.